ECLI:NL:GHLEE:2012:BY0628
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.M. Rowel - van der Linde
- L. Groefsema
- A.M. Koene
- Rechtspraak.nl
Incident ex artikel 162 en 843a Rv betreffende verzoek om overlegging van gespreksgegevens in een civiele procedure
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, gaat het om een incident dat door de appellante is ingesteld op basis van artikel 162 en 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De appellante, die een praktijk voor astrologie, tarot en droomduiding drijft, heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen de geïntimeerde, die haar tussen januari 2008 en maart 2010 verschillende geldbedragen ter beschikking heeft gesteld. De geïntimeerde heeft de appellante in juli 2011 gesommeerd tot terugbetaling van een totaalbedrag van € 4.035,-, maar de appellante heeft hier niet aan voldaan. In reconventie heeft de appellante een bedrag van € 1.170,- gevorderd, dat zij stelt te zijn verschuldigd voor therapeutische consulten. De kantonrechter heeft de vordering van de geïntimeerde toegewezen en de vordering van de appellante afgewezen.
In het hoger beroep heeft de appellante zeven grieven ingediend. In het incident heeft de appellante gevorderd dat de geïntimeerde gespreksgegevens van haar telefoonaansluitingen over een bepaalde periode in het geding brengt, om aan te tonen dat de geïntimeerde zich schuldig heeft gemaakt aan stalking. Het hof overweegt dat de vordering op basis van artikel 162 Rv niet toewijsbaar is, omdat de gespreksgegevens niet onder de openlegging van bescheiden vallen zoals bedoeld in deze bepaling. Ook de vordering op basis van artikel 843a Rv wordt afgewezen, omdat de appellante niet kan aantonen dat de gevraagde gegevens relevant zijn voor de rechtsbetrekking tussen partijen.
Het hof wijst de incidentele vordering van de appellante af en verwijst de hoofdzaak naar de rol voor beraad partijen. De beslissing over de kosten van het incident wordt gereserveerd voor de einduitspraak.