ECLI:NL:GHLEE:2012:BY4333

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
28 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001713-12
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

DNA-bewijs en vrijspraak in poging tot gewapende overval

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, stond de verdachte terecht in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De zaak betreft een poging tot gewapende overval op 21 september 2011, waarbij de verdachte samen met anderen een slachtoffer onder bedreiging van geweld geld wilde afhandig maken. Op de plaats delict werd een helm aangetroffen, waarin een DNA-mengprofiel is gevonden. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) concludeerde dat het DNA-profiel van de verdachte mogelijk afkomstig kon zijn van het aangetroffen materiaal, maar er was geen statistische onderbouwing voor deze conclusie. Dit leidde tot de vraag of de verdachte kon worden verplicht om uitleg te geven over de aanwezigheid van zijn DNA in de helm.

Tijdens de rechtszitting op 14 november 2012 werd het bewijs tegen de verdachte besproken. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. De verdachte had zich op zijn zwijgrecht beroepen, en het hof vond dat er geen dwingende reden was om van hem te verlangen dat hij een verklaring gaf voor de aanwezigheid van zijn DNA. Ook het gebruik van een telefoonnummer dat op de dag van de overval actief was, kon niet met voldoende zekerheid aan de verdachte worden toegeschreven.

Uiteindelijk sprak het hof de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten, omdat het bewijs niet voldeed aan de vereiste mate van zekerheid. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en wees de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde straf af, omdat er geen nieuw strafbaar feit was vastgesteld. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. W.P.M. ter Berg als voorzitter.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-001713-12
Uitspraak d.d.: 28 november 2012
TEGENSPRAAK
Promis
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 26 juli 2012 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 07-660068-11, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1990],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 14 november 2012 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake het aan hem onder 1A, 1B en 2 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Voorts heeft de advocaat-generaal de tenuitvoerlegging gevorderd van de eerder aan verdachte voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 13 dagen.
Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman mr. H.J. Veen, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1A.
hij op of omstreeks 21 september 2011 in de gemeente [gemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan deze [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- met een motor naar de stilstaande auto van voornoemde [slachtoffer] is/zijn gereden en/of
- (vervolgens) toen deze [slachtoffer] uit zijn auto was gestapt van de motor is/zijn gestapt en/of
- de motor voor de auto van deze [slachtoffer] heeft/hebben gereden/geplaatst en/of
- (vervolgens) naar deze [slachtoffer] is/zijn gelopen en/of
- (vervolgens) deze [slachtoffer] (met beide handen) bij zijn kleding heeft/hebben vastgepakt en/of
- (daarbij) deze [slachtoffer] (meermalen) dreigend de woorden toegevoegd: "Geef je geld" en/of
- (vervolgens) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben (vast)gepakt en/of tegen de buik van die [slachtoffer] heeft/hebben gehouden, althans aan die [slachtoffer] heeft/hebben getoond en/of
- (daarbij) deze [slachtoffer] (meermalen) dreigend de woorden toegevoegd: "Geef je geld" en/of
- (vervolgens) een portier van de auto van deze [slachtoffer] heeft/hebben geopend en/of in deze auto heeft/hebben gekeken en/of
- (vervolgens) (wederom) deze [slachtoffer] (met beide handen) bij zijn kleding heeft/hebben vastgepakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
B.
hij op of omstreeks 21 september 2011 in de gemeente [gemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een geldbedrag, althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen
- met een motor naar de stilstaande auto van voornoemde [slachtoffer] is/zijn gereden en/of
- (vervolgens) toen deze [slachtoffer] uit zijn auto was gestapt van de motor is/zijn gestapt en/of
- de motor voor de auto van deze [slachtoffer] heeft/hebben gereden/geplaatst en/of
- (vervolgens) naar deze [slachtoffer] is/zijn gelopen en/of
- (vervolgens) deze [slachtoffer] (met beide handen) bij zijn kleding heeft/hebben vastgepakt en/of
- (daarbij) deze [slachtoffer] (meermalen) dreigend de woorden toegevoegd: "Geef je geld" en/of
- (vervolgens) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben (vast)gepakt en/of tegen de buik van die [slachtoffer] heeft/hebben gehouden, althans aan die [slachtoffer] heeft/hebben getoond en/of
- (daarbij) deze [slachtoffer] (meermalen)dreigend de woorden toegevoegd: "Geef je geld" en/of
- (vervolgens) een portier van de auto van deze [slachtoffer] heeft/hebben geopend en/of in deze auto heeft/hebben gekeken en/of
- (vervolgens) (wederom) deze [slachtoffer] (met beide handen) bij zijn kleding heeft/hebben vastgepakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2.
hij in of omstreeks de periode van 20 september 2011 tot en met 21 september 2011 in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een motor (merk BMW, gekentekend [kenteken]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van deze motor wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof is met de raadsman van oordeel dat verdachte ten aanzien van het onder 1A, 1B en 2 ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 1A en 1B tenlastegelegde overweegt het hof als volgt.
DNA
Uit het strafdossier blijkt dat op 21 september 2011 op [plaats] door twee personen op klaarlichte dag een poging is gedaan om [slachtoffer] een aanzienlijk geldbedrag afhandig te maken door hem - onder meer - te bedreigen met een vuurwapen.
Op de plaats delict is de helm van één van de daders achtergebleven. In deze helm is DNA-materiaal aangetroffen in de vorm van een zogenaamd DNA-mengprofiel. Het DNA-profiel van verdachte is vergeleken met dat mengprofiel. Die vergelijking heeft het Nederlands Forensisch Instituut gebracht tot de vaststelling dat het in de helm aangetroffen DNA-spoor van verdachte afkomstig kán zijn, maar dat statistische berekening voor het vaststellen van de wetenschappelijke bewijswaarde van de gevonden match met het DNA-profiel van verdachte niet mogelijk is. Deze bevindingen sluiten niet uit dat (ook) verdachte donor is van het op de helm aangetroffen celmateriaal, maar bieden onvoldoende houvast om ervan te kunnen uitgaan dat verdachte met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid daadwerkelijk (mede-)donor is.
Verdachte heeft zich in deze zaak van meet af aan op zijn zwijgrecht beroepen. Die omstandigheid zou het hof ten laste van verdachte in de bewijsvoering mogen betrekken indien sprake is van een situatie die dwingend vraagt om een verklaring door verdachte. Die situatie doet zich echter niet voor. Onder louter deze omstandigheden kan van verdachte redelijkerwijs niet gevergd worden dat hij een verklaring geeft voor de aanwezigheid (in de helm) van celmateriaal, waarvan het hof niet met voldoende mate van zekerheid kan vaststellen dat dat materiaal van verdachte afkomstig is.
Telefoon
Uit het dossier blijkt dat telefoonnummer [telefoonnummer] op de dag van de overval (ook) masten op [plaats] heeft aangestraald. Dat kan erop wijzen dat de gebruiker van het desbetreffende nummer op die dag op [plaats] was. Indien verdachte die gebruiker was zou dat voor de bewijsvoering van belang kunnen zijn. Het hof kan echter niet met voldoende mate van zekerheid vaststellen dat verdachte inderdaad die gebruiker was. Het nummer staat niet op zijn naam, maar op naam van [naam]. Met genoemd nummer is contact gelegd met het vaste telefoonnummer op het inschrijfadres van verdachte, tevens de woonplaats van de moeder van verdachte. Met genoemd nummer is eveneens contact gelegd met nummers op naam van [naam] (de werkgever van verdachte) en [naam] (de vader van de vriendin van verdachte). Voor al deze feiten geldt: ze sluiten niet uit dat verdachte de gebruiker van het nummer in kwestie was, maar ze bewijzen het evenmin.
Waar het hof niet met voldoende mate van zekerheid kan vaststellen dat verdachte de gebruiker was van het telefoonnummer [telefoonnummer] kan, op dezelfde gronden als hiervoor met betrekking tot het DNA-materiaal overwogen, van verdachte redelijkerwijs niet gevergd worden een verklaring te geven voor het gebruik van dat telefoonnummer op [plaats] en zijn daaruit af te leiden aanwezigheid aldaar op de dag van de overval.
Slotsom
Bewijs van medeplegen door verdachte van het tenlastegelegde feit kan, zoals uit het voorgaande blijkt, niet worden gebaseerd op het aangetroffen DNA-spoor en het vastgestelde gebruik van telefoonnummer 31 617864006. Andere feiten of omstandigheden waarop dat bewijs kan worden gebaseerd ontbreken. Verdachte dient daarom van dit feit te worden vrijgesproken.
Feit 2
Uit het dossier blijkt van de diefstal van de in de tenlastelegging genoemde motorfiets. Ook blijkt dat die motorfiets is gebruikt bij de onder 1 tenlastegelegde overval. Nu verdachte van deelname aan die overval wordt vrijgesproken en ander dan het bij de beoordeling van feit 1 in aanmerking genomen bewijsmateriaal ontbreekt, kan niet worden vastgesteld dat verdachte de motorfiets in kwestie op enig moment heeft verworven, voorhanden gehad of overgedragen. Ook van dit feit dient verdachte daarom te worden vrijgesproken.
Vordering tenuitvoerlegging
Nu verdachte wordt vrijgesproken kan niet worden vastgesteld dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van de zaak met parketnummer 07-660068-11 heeft schuldig gemaakt aan een nieuw strafbaar feit. De vordering tot tenuitvoerlegging wordt om die reden afgewezen.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1A, 1B en 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Zwolle-Lelystad van 8 mei 2012, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de meervoudige kamer te Zwolle-Lelystad van 23 juni 2011, parketnummer 07-660068-11.
Aldus gewezen door
mr. W.P.M. ter Berg, voorzitter,
mr. R. van den Heuvel en mr. J. Hielkema, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte, griffier,
en op 28 november 2012 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Zijnde mr. Van den Heuvel voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.