ECLI:NL:GHSGR:2000:AA8653
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- mr. Groeneveld
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in belastingzaak met betrekking tot aanslag inkomstenbelasting 1997
In deze zaak heeft de President van het Gerechtshof te 's-Gravenhage op 15 november 2000 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die een belastingadvieskantoor drijft. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1997, waarbij zijn belastbaar inkomen door de Belastingdienst was vastgesteld op ƒ 131.835, terwijl hij zelf aangifte had gedaan naar een belastbaar inkomen van ƒ 17.215. De Belastingdienst had correcties aangebracht op basis van een boekenonderzoek dat in 1999 was ingesteld. Verzoeker verzocht om de aanslag te verminderen en om de dwanginvordering te staken, omdat hij door het beslag op zijn goederen in zijn bedrijfsvoering werd belemmerd.
De President heeft het verzoek behandeld tijdens een zitting op 19 september 2000 en een nadere zitting op 6 november 2000. De President overwoog dat hij niet bevoegd was om te oordelen over de rechtmatigheid van de door de Belastingdienst gelegde beslagen en dat de beslissingen van de Belastingdienst omtrent uitstel van betaling niet bij voor bezwaar vatbare beschikking geschieden. De President concludeerde dat de door de Belastingdienst vastgestelde aanslag niet onmiskenbaar lichtvaardig of onrechtmatig was opgelegd. De correcties die door de Belastingdienst waren aangebracht, waren voldoende onderbouwd en verzoeker had niet aannemelijk gemaakt dat bepaalde kosten zakelijk waren.
Uiteindelijk verklaarde de President zich onbevoegd voor zover het verzoek betrekking had op de opheffing van beslagen en het staken van de invordering, en wees het verzoek voor het overige af. De uitspraak werd op 15 november 2000 in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier.