ECLI:NL:GHSGR:2000:AA9969
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Hehemann
- J. Schuering
- M. De Bruijn-Lückers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gezag en ondertoezichtstelling van minderjarige
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank te 's-Gravenhage, waarin de gezinsvoogdij-instelling is vervangen door Jeugdzorg. De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over hun dochter, geboren op 15 juli 1994, die sinds 12 november 1997 onder toezicht staat van de gezinsvoogdij-instelling. De ondertoezichtstelling is herhaaldelijk verlengd, laatstelijk tot 12 november 2000. De vader heeft op 21 juli 2000 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 23 mei 2000, waarin de vervanging van de gezinsvoogdij-instelling werd toegewezen. Hij verzocht om de minderjarige weer bij hem te laten wonen en om de gezinsvoogdij-instelling te veroordelen in de kosten van het geding.
De zaak is op 27 september 2000 mondeling behandeld, maar de vader trok zijn verzoek tot plaatsing van de minderjarige bij hem in. De Raad voor de Kinderbescherming, de moeder en haar partner, evenals Jeugdzorg, zijn niet verschenen. Het hof heeft vervolgens de ontvankelijkheid van het hoger beroep beoordeeld. Volgens artikel 807 Rv. staat tegen beschikkingen die strekken tot vervanging van een gezinsvoogdij-instelling geen andere voorziening open dan cassatie in het belang der wet. Dit leidde tot de conclusie dat de vader niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, ondanks een onjuiste mededeling van de griffier over de mogelijkheid van appèl.
Het hof heeft besloten dat de kosten van het geding in hoger beroep worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door de rechters Hehemann, Schuering en De Bruijn-Lückers, bijgestaan door griffier mr. Pier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 18 oktober 2000.