ECLI:NL:GHSGR:2000:AB0094
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Hehemann
- A. Schuering
- P. Pannekoek-Dubois
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep ontkenning vaderschap en ontvankelijkheid verzoeker
In deze zaak heeft de moeder op 2 mei 2000 hoger beroep ingesteld tegen een tussenbeschikking van de rechtbank te Rotterdam, gedateerd 10 maart 2000. In deze tussenbeschikking was de moeder opgedragen te bewijzen dat haar huidige partner de biologische vader is van haar kind, geboren op 10 december 1998. De bijzondere curator, mr. R.A. Felix, heeft aangegeven niet aanwezig te zijn bij de mondelinge behandeling die op 6 september 2000 was gepland. De moeder heeft op 26 september 2000 een faxbericht gestuurd waarin zij afziet van de mondelinge behandeling en verzoekt de zaak op de stukken af te doen.
Het hof heeft vervolgens de ontvankelijkheid van het hoger beroep beoordeeld. De moeder verzocht om vernietiging van de tussenbeschikking en om gegrondverklaring van haar verzoek tot ontkenning van het vaderschap. Het openbaar ministerie heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de moeder in haar hoger beroep. Het hof oordeelde dat de moeder niet-ontvankelijk is, omdat hoger beroep tegen een tussenbeschikking niet is toegestaan, tenzij de rechter anders bepaalt. De mededeling onderaan de tussenbeschikking, die suggereert dat hoger beroep mogelijk is, is niet opgenomen in de beschikking zelf en kan daarom niet als een rechterlijke beslissing worden beschouwd. Het hof heeft de moeder derhalve niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep.
De beslissing is genomen door de rechters M. Hehemann, A. Schuering en P. Pannekoek-Dubois, met mr. Oostveen als griffier, en is uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting op 15 november 2000.