ECLI:NL:GHSGR:2000:AB0137
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Fockema-Andreae-Hartsuiker
- A. de Bruijn-Lückers
- J. van Montfoort
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake omgangsregeling tussen vader en minderjarige kinderen na echtscheiding
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank te Dordrecht. De vader verzocht om een omgangsregeling met zijn minderjarige kinderen, [naam kind 1] en [naam kind 2], na de echtscheiding van hem en de moeder. De rechtbank had eerder besloten dat de moeder alleen belast was met het gezag over de kinderen en had het verzoek van de vader tot een omgangsregeling afgewezen. De vader was van mening dat de kinderen door de moeder een negatief beeld van hem kregen, wat leidde tot een loyaliteitsconflict bij [naam kind 1].
Tijdens de procedure in eerste aanleg waren er pogingen gedaan om proefcontacten tussen de vader en de kinderen te realiseren, maar deze waren niet succesvol. De Raad voor de Kinderbescherming had rapporten uitgebracht waaruit bleek dat de vader geen aanwijzingen van seksueel misbruik had en dat er geen contra-indicaties waren voor een omgangsregeling. De moeder daarentegen was van mening dat de kinderen negatief reageerden op de proefcontacten en dat er zwaarwegende belangen waren die zich tegen een omgangsregeling verzetten.
Het hof heeft de zaak op 28 juni 2000 beoordeeld en geconcludeerd dat omgang met de vader geen ernstig nadeel zou opleveren voor de ontwikkeling van de kinderen. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en bepaald dat er een omgangsregeling zal zijn van een dagdeel per veertien dagen, onder begeleiding van de gezinsvoogd. Deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.