ECLI:NL:GHSGR:2000:AB0247

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
5 juli 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
859-H-99
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Hehemann
  • J. Schuering
  • M. Fockema Andreae-Hartsuiker
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep echtscheiding en wijziging echtscheidingsgrond op basis van Belgisch recht

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage werd behandeld, ging het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage, waarin de echtscheiding tussen hem en de vrouw was uitgesproken. De man, die op 29 december 1972 met de vrouw was gehuwd, had op 21 december 1999 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 22 oktober 1999, waarin de echtscheiding was uitgesproken op grond van artikel 231 van het Belgische Burgerlijk Wetboek. De man verzocht het hof om de echtscheidingsgrond te wijzigen naar artikel 229 juncto 231, met als argument dat er sprake was van overspel en grove belediging.

De mondelinge behandeling vond plaats op 22 maart 2000, waarbij de man voor het eerst in hoger beroep een zelfstandig verzoek deed tot wijziging van de echtscheidingsgrond. Het hof oordeelde dat een dergelijk zelfstandig verzoek niet voor het eerst in hoger beroep kon worden gedaan, omdat dit de processuele belangen van de vrouw zou schaden en haar het recht op een feitelijke instantie zou ontnemen.

Uiteindelijk verklaarde het hof de man niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep, wat betekent dat zijn verzoek om wijziging van de echtscheidingsgrond niet werd ingewilligd. De beschikking werd gegeven door de rechters A. Hehemann, J. Schuering en M. Fockema Andreae-Hartsuiker, en uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting op 5 juli 2000.

Uitspraak

Uitspraak : 5 juli 2000
Rek.nummer: 859-H-99
Rek.nr rb.: 97-3148
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE
FAMILIEKAMER
B e s c h i k k i n g
in de zaak van
[naam man],
wonende te [woonplaats man] (België),
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
procureur mr. W. Taekema,
tegen
[naam vrouw],
voorheen wonende te Maaseik (België), thans wonende te [woonplaats vrouw],
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw.
HET GEDING
De man en de vrouw zijn op 29 december 1972 met elkaar gehuwd.
Bij beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage van 22 oktober 1999 is tussen hen de echtscheiding uitge-sproken.
De man is van deze beschikking op 21 december 1999 in hoger beroep geko-men en heeft ver-zocht deze te vernie-ti-gen, voor zover daarbij de echt-scheiding is uitgesproken op grond van artikel 231 van het Belgische BW, en opnieuw be-schikkende, de echt-scheidingsgrond te wijzigen in artikel 229 juncto 231 van het Belgische BW, te weten overspel tevens behelzend grove belediging, en aldus de echtscheiding zal uitspreken tussen partijen in het voordeel van de man en ten nadele van de vrouw.
Op 22 maart 2000 is de zaak mondeling behandeld, tezamen met de zaak bekend onder rek.nr. 8-H-00.
BEOORDELING VAN DE ZAAK IN HET HOGER BEROEP
1. De man, die in eerste aanleg geen verzoek tot echtscheiding heeft ingediend, heeft voor het eerst in hoger beroep een zelfstandig verzoek gedaan tot wijziging van de echtschei-dingsgrond naar Belgisch recht, welk verzoek in eerste aanleg niet is gedaan.
2. Een zodanig zelfstandig verzoek kan niet voor het eerst in hoger beroep worden gedaan. Dit zou de processuele belangen van de vrouw schaden en haar een feitelijke instantie ontne-men. De man is dan ook in dit verzoek niet-ontvankelijk.
BESLISSING VAN DE ZAAK IN HET HOGER BEROEP
Het hof:
verklaart de man niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Hehemann, Schuering en Fockema Andreae-Hartsuiker, bijge-staan door Lekahena als grif-fier, en uitgespro-ken ter open-ba-re te-rechtzit-ting van 5 juli 2000.