ECLI:NL:GHSGR:2001:AB0087
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Schuering
- M. Fockema Andreae-Hartsuiker
- C. De Bruijn-Lückers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake alimentatie en echtscheiding met nevenvoorzieningen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van een vrouw tegen een beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage. De vrouw, die op huwelijkse voorwaarden met de man was gehuwd, had op 13 maart 2000 een verzoek tot voorlopige voorzieningen en echtscheiding ingediend. De rechtbank had op 20 april 2000 de alimentatie die de man aan de vrouw moest betalen voorlopig vastgesteld op ƒ 3.375,- per maand. Echter, in de bestreden beschikking van 31 augustus 2000 werd deze alimentatie verlaagd naar ƒ 2.960,- per maand, zonder dat de partijen waren gehoord. De vrouw kwam hiertegen in hoger beroep op 14 september 2000.
Tijdens de mondelinge behandeling op 3 januari 2001 zijn de partijen niet verschenen. Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank de alimentatie ambtshalve had verlaagd zonder de partijen te horen, wat in strijd is met het beginsel van hoor en wederhoor. Dit werd door het hof als een schending van een fundamenteel rechtsbeginsel beschouwd. Het hof oordeelde dat de vrouw ontvankelijk was in haar beroep, ondanks het appèlverbod van artikel 824 lid 1 Rv, omdat de rechtbank buiten de rechtsstrijd tussen de partijen was getreden.
Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en het inleidend verzoek van de man afgewezen, aangezien de rechtbank de argumenten van de man ondeugdelijk achtte en hij geen hoger beroep had ingesteld. De beslissing werd genomen op 14 februari 2001 door de rechters A. Schuering, M. Fockema Andreae-Hartsuiker en C. De Bruijn-Lückers, met mr. Pier als griffier.