ECLI:NL:GHSGR:2001:AB1513
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. In't Velt-Meijer
- A. de Brauw
- J. Talman
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een samenwerkingsovereenkomst tussen een gemeente en een bouwgroep met betrekking tot voorkeursrecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 1 maart 2001 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vernietiging van een samenwerkingsovereenkomst tussen de Gemeente Berkel en Rodenrijs en de Ouwehand Bouw Groep B.V. en Ouwehand Bouw Projecten B.V. De Gemeente had eerder bij de rechtbank te Rotterdam verzocht om de overeenkomst van 25 november 1999 te vernietigen, maar werd door de rechtbank niet ontvankelijk verklaard. De Gemeente stelde dat zij onvoldoende informatie had over de inhoud en strekking van de overeenkomst om eerder tot vernietiging over te gaan. Het hof oordeelde dat de Gemeente tijdig had gehandeld, omdat zij pas later inzicht kreeg in de overeenkomst.
Het hof benadrukte dat de samenwerkingsovereenkomst tussen de geïntimeerden de kennelijke strekking had om het voorkeursrecht van de Gemeente te ontgaan. De Gemeente had een voorkeursrecht op de grond, dat op 14 oktober 1998 was gevestigd. Het hof oordeelde dat de Gemeente niet verplicht was om een verzoek tot vernietiging in te dienen voordat zij voldoende kennis had van de relevante details van de overeenkomst. De Gemeente had een legitiem belang bij het beschermen van haar voorkeurspositie, vooral gezien haar plannen voor de aanleg van een wegtracé en brug op de betrokken grond.
Uiteindelijk vernietigde het hof de beschikking van de rechtbank en verklaarde het verzoek van de Gemeente tot vernietiging van de overeenkomst alsnog gegrond. De kosten van de procedure werden toegewezen aan de geïntimeerden. Deze uitspraak bevestigt het belang van voorkeursrechten voor gemeenten en de noodzaak voor transparantie in overeenkomsten die deze rechten kunnen beïnvloeden.