ECLI:NL:GHSGR:2001:AD6040
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep kort geding
- Fasseur-van Santen
- Kiers-Becking
- Mout-Bouwman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van Stichting Innovatiecentrum voor Uitvindingen ID-NL tegen [geïntimeerde] inzake handelsnaam- en merkrechten
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 22 november 2001 uitspraak gedaan in hoger beroep van een kort geding tussen de Stichting Innovatiecentrum voor Uitvindingen ID-NL en [geïntimeerde]. De Stichting, gevestigd te Rotterdam, stelde dat [geïntimeerde] inbreuk maakte op haar handelsnaam- en merkrechten door gebruik te maken van de domeinnaam idnl.nl. De Stichting had eerder een vonnis van de president van de rechtbank te Dordrecht aangevochten, waarin was geoordeeld dat de Stichting niet als onderneming in de zin van de Eenvormige Beneluxwet op de merken (BMW) en de Handelsnaamwet (Hnw) kon worden beschouwd.
Het hof heeft vastgesteld dat de feiten zoals door de president zijn aangenomen niet zijn betwist. De Stichting houdt zich bezig met het adviseren en begeleiden van uitvinders en bedrijven bij het ontwikkelen van nieuwe producten en technologieën. Het hof oordeelde dat de Stichting wel degelijk als onderneming kan worden aangemerkt, ondanks het ontvangen van overheidssubsidies. Dit betekent dat de Stichting recht heeft op bescherming onder de BMW en Hnw.
De Stichting vorderde een verbod op het gebruik van de domeinnaam idnl.nl door [geïntimeerde], die deze naam sinds 1999 gebruikt. Het hof oordeelde dat er geen verwarring te duchten viel tussen de activiteiten van de Stichting en die van [geïntimeerde], aangezien beide partijen zich op verschillende doelgroepen richten en verschillende diensten aanbieden. Het hof concludeerde dat [geïntimeerde] geen inbreuk maakte op de handelsnaam- en merkrechten van de Stichting en dat de vorderingen van de Stichting moesten worden afgewezen. Het hof bekrachtigde het bestreden vonnis, met veroordeling van de Stichting in de kosten van het hoger beroep.