rolnummer 2200259600
parketnummer 0975718700
datum uitspraak 22 mei 2001
tegenspraak
GERECHTSHOF TE ’s-GRAVENHAGE
meervoudige kamer voor strafzaken
ARREST
gewezen op het hoger beroep, ingesteld door de verdachte en de officier van justitie tegen het vonnis van de meervoudige kamer in de arrondissementsrechtbank te ' s-Gravenhage van 3 oktober 2000 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [plaats] (Nederlandse Antillen) op [...] 1972,
thans gedetineerd in De penitentiaire inrichting "De Schie" te Rotterdam.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 8 mei 2001.
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, zoals ter terechtzitting in eerste aanleg op vordering van de officier van justitie gewijzigd.
Van de dagvaarding en van de vordering wijziging tenlastelegging zijn kopieën gevoegd in dit arrest.
Beoordeling van het vonnis
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 4 is tenlastegelegd.
De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder I, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan op de wijze als is vermeld in de hierna ingevoegde bij lage die van dit arrest deel uitmaakt.
1.
hij op 31 mei 2000 te Zoetermeer tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van fl. 2922,65, en 84 strippenkaarten, toebehorende aan de Knight Mart, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en/ of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
-het met een bivakmuts op het hoofd en een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in de hand die winkel binnengaan en
-het richten van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het hoofd, althans het lichaam, van die [slachtoffer] en
-het doorladen van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en
-het aan die [slachtoffer] dreigend toevoegen van de woorden: “Schiet op, schiet op of ik maak je dood” en “Je krijgt tien tellen anders schieten we”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/ of strekking en
-het geven van klappen tegen het hoofd en/ of de nek van die [slachtoffer];
2.
hij op 28 april 2000 te Zoetermeer tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] en [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van telefoonkaart(en), NS plaatsbewijzen en een geldbedrag, toebehorende aan kantoorboekhandel “De Boekelier” (gevestigd aan [adres]) en/ of [slachtoffer], welke bedreiging met geweld bestond uit
-het met bivakmuts op het hoofd binnengaan van “De Boekelier” en
-het richten van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op de in die winkel aanwezige personen en
-het dreigend toevoegen aan die [slachtoffer] en die [slachtoffer] en de (andere) aanwezige personen van de woorden “Ga op de grond liggen” en “Dit is een overval, iedereen liggen en doe het geld in de tas”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/ of strekking;
Hij op 28 april 2000 te Zoetermeer tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
NS plaatsbewijzen en aanstekers en een geldbedrag, toebehorende aan kantoorboekhandel ‘De Boekelier’ (gevestigd aan [adres]) en/ of [slachtoffer], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] en [slachtoffer] en (andere) in die winkel aanwezige personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld bestond uit:
-het met bivakmuts op het hoofd binnengegaan van "De Boekelier" en
-het richten van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op de in die winkel aanwezige personen en
-het dreigend toevoegen aan die [slachtoffer] en die [slachtoffer] en de andere aanwezige personen van de woorden “Ga op de grond liggen” en “Dit is een overval, iedereen liggen en doe het geld in de tas”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/ of strekking;
3.
hij op 22 april 2000 te Zoetermeer tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, telefoonkaarten en sloffen Marlboro sigaretten en een rol met postzegels, toebehorende aan kantoorboekhandel “De Boekelier” ([adres]) en/ of [slachtoffer], welke bedreiging met geweld bestond uit:
-het binnenstormen van “De Boekelier” en
-het richten van / zwaaien met twee vuurwapens, althans op vuurwapens gelijkende voorwerpen op/ in de richting van de in die winkel aanwezige personen en
-het dreigend toevoegen aan die personen van de woorden “Overval, liggen, ga liggen” en/ of woorden van gelijke dreigende aard en/ of strekking en
-het schreeuwen om afgifte van (genoemde) goederen;
Hij op 22 april 2000 te Zoetermeer tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag en een rol met postzegels, toebehorende aan kantoorboekhandel “De Boekelier” ([adres]) en/ of [slachtoffer], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] en andere aanwezige personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld bestond uit:
-het binnenstormen van “De Boekelier” en
-het richten van/ zwaaien met twee vuurwapens althans op vuurwapens gelijkende voorwerpen op/ n de richting van de in die winkel aanwezige personen en
-het dreigend toevoegen aan die personen van de woorden “Overval, liggen, ga liggen” en/ of woorden van gelijke dreigende aard en/ of strekking en
-het schreeuwen om afgifte van (genoemde) goed(eren);
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen.
De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voorzover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest met de bewijsmiddelen vereist in een aan dit arrest gehechte bijlage worden opgenomen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of
meer verenigde personen;
feit 2 eerste alternatief en feit 3 eerste alternatief:
afpersing, terwij I het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
feit 2 tweede alternatief en feit 3 tweede alternatief:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
De verdachte is in eerste aanleg terzake van het onder I, 2 en 3 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren, met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte terzake van het onder I, 2, 3 en 4 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich in een relatief korte periode samen met een ander schuldig gemaakt aan een aantal gewapende overvallen op winkels, waarbij zij met bivakmutsen op het hoofd er niet voor zijn teruggedeinsd om de slachtoffers met een vuurwapen, dan wel een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, met grof geweld te bedreigen. In één geval is zelfs fysiek geweld gebruikt.
Deze feiten zijn door de slachtoffers, onder wie kleine kinderen, als zeer bedreigend en beangstigend ervaren en te verwachten valt dat zij nog geruime tij d zullen lij den onder de psychische gevolgen van hetgeen de verdachte en zijn
mededader hun hebben aangedaan. Daarnaast brengen de onderhavige feiten bij de burgers angstgevoelens en gevoelens van onveiligheid teweeg. Evenals de rechtbank is het hof dan ook van oordeel dat deze feiten de verdachte zwaar moeten worden aangerekend.
Voorts is komen vast te staan dat de verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel uit het algemeen documentatieregister , reeds eerder is veroordeeld tot gevangenisstraffen van aanmerkelijke duur voor het plegen van soortgelijke feiten, hetgeen hem er kennelijk niet van heeft weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Op grond van bovenstaande is het hof van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden is.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 310, 311, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 4 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte te dier zake strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur
van
Bepaalt dat de tijd door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mrs. Koning, Gerritzen en Davids, in bijzijn van de griffier mr. Van Slochteren.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 22 mei 2001.