ECLI:NL:GHSGR:2002:AE1914

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
21 maart 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
2001 - 0287 KG
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Rechters
  • A. Vrij
  • M. de Groot
  • J. Looten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep kort geding over bouwvergunning en bestemmingsplan

In deze zaak heeft de Gemeente Middelburg hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de president van de rechtbank te Middelburg, waarin de Gemeente werd bevolen om de bouw en het gebruik van hefplateaus te gedogen. De Gemeente had eerder een bouwvergunning geweigerd voor het bouwen van deze hefplateaus, die noodzakelijk waren voor de bevoorrading van een winkelcentrum. De weigering was gebaseerd op strijdigheid met het bestemmingsplan. Vinium, de eigenaar van het winkelcentrum, had geen rechtsmiddelen aangewend tegen deze weigering.

Het Gerechtshof 's-Gravenhage heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de president van de rechtbank in zijn vonnis had geoordeeld dat er een grote kans was dat de bestuursrechter de weigering van de bouwvergunning zou vernietigen. De Gemeente heeft in hoger beroep deze beslissing bestreden, maar het hof oordeelde dat er geen bezwaar of beroep was aangetekend tegen de weigering van de bouwvergunning, waardoor de formele rechtskracht van de weigering bleef staan.

Het hof heeft de vordering van Vinium afgewezen en het bestreden vonnis vernietigd. De kosten van beide instanties zijn voor rekening van Vinium. Dit arrest is uitgesproken op 21 maart 2002 door de rechters A. Vrij, M. de Groot en J. Looten.

Uitspraak

Uitspraak : 21 maart 2002
Rolno. : 01/287 KG
Rolno. rb. : KG 2001/8
HET GERECHTSHOF TE 's-GRAVENHAGE, eerste civiele kamer, heeft het volgende arrest gewezen in de zaak van:
DE GEMEENTE MIDDELBURG,
zetelende te Middelburg,
appellante, hierna: de Gemeente,
procureur: mr. W. Taekema,
- - t e g e n - -
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VINIUM INVESTMENTS B.V.,
gevestigd te Breda,
geïntimeerde, hierna: Vinium,
procureur: (na onttrekking) geen.
Het geding
Bij exploit van 26 februari 2001, houdende twee grieven, is de Gemeente in hoger beroep gekomen van het vonnis d.d. 15 februari 2001, door de president van de rechtbank te Middelburg in kort geding tussen Vinium als eiseres en de Gemeente als gedaagde gewezen.
Nadat zich ten eerstdienende dage een procureur voor Vinium had gesteld heeft de Gemeente geconcludeerd voor eis in hoger beroep conform voormeld exploit en daarbij een productie in het geding gebracht.
Ter rolle van 12 april 2001 heeft de procureur van Vinium zich als zodanig onttrokken, is akte verleend van niet dienen door Vinium en heeft de Gemeente nog een akte houdende overlegging productie genomen.
Ten slotte heeft de Gemeente recht op de stukken gevraagd.
Beoordeling van het hoger beroep
1. Op een detail na is niet opgekomen tegen paragraaf 2 "De feiten" van het bestreden vonnis, zodat het hof behoudens dit detail (waarop in grief 1 wordt ingegaan) van de aldaar vermelde feiten uitgaat. Aan die feiten kan thans worden toegevoegd, dat de Gemeente blijkens het op 12 april 2001 overgelegde besluit heeft geweigerd de door Vinium gevraagde bouwvergunning voor het bouwen van twee hefplateaus ten behoeve van de in aanbouw zijnde winkelpanden op het perceel Achter de Houttuinen 12 te Middelburg te verlenen wegens strijd met de voorschriften van het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Dit besluit gedateerd 26 maart 2001 (verzonden op 2 april 2001) hield tevens in de weigering ingevolge artikel 19 lid 3 Wet op de Ruimtelijke Ordening j.o. artikel 20 BRO vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan. Niet is gebleken dat rechtsmiddelen door Vinium tegen deze weigeringen zijn aangewend.
2. Bij het bestreden vonnis heeft de president, voorzover thans van belang, naar aanleiding van een desbetreffende vordering van Vinium, die bezig was met de afbouw van een winkelcentrum tussen de Looierssingel en Achter de Houttuinen te Middelburg en daartoe op 12 oktober 2000 aan de Gemeente om een bouwvergunning had gevraagd voor de constructie van in de grond van de Looierssingel (deels eigendom van de Gemeente) verzinkbare laad- en losplatforms (hefplateaus) ten behoeve van de bevoorrading van dat winkelcentrum, de Gemeente bevolen de bouw en het gebruik van die platforms te gedogen, ook voorzover deze bouw en dit gebruik plaatsvindt op gemeentegrond, totdat de bestuursrechter heeft beslist op een eventueel handhavingsbesluit van de Gemeente met betrekking tot de platforms, dan wel, bij achterwege blijven van een dergelijk besluit, tot een jaar na betekening van dit vonnis.
3. De president heeft zijn oordeel omtrent deze vordering afgestemd op de mate van waarschijnlijkheid dat de bestuursrechter een eventueel besluit tot weigering van de benodigde vergunning zou vernietigen. Na bespreking van de over en weer door partijen aangevoerde argumenten kwam de president tot het oordeel dat er voorshands ernstig rekening mee moest worden gehouden dat de bestuursrechter inderdaad tot een dergelijke vernietiging zou besluiten.
4. Met haar tweede grief valt de Gemeente dit oordeel en de daaraan verbonden beslissing als hierboven onder 2 vermeld aan, en wel met argumenten die goeddeels overeenkomen met de gronden waarop de bouwvergunning en de vrijstelling van het bestemmingsplan zijn geweigerd.
5. In dit geding is, zoals gezegd, niet gebleken van bezwaar en/of beroep tegen deze weigeringen, zodat het hof vooralsnog van de formele rechtskracht daarvan heeft uit te gaan. Daarop stuit de vordering m.b.t. de hefplateaus af. Met gegrondbevinding van grief 2 zal die vordering, waarvan alle gronden zijn verworpen, dan ook worden afgewezen. Grief 1 behoeft geen bespreking meer. Gelet op de uitslag van het geding komen de kosten van beide instanties ten laste van Vinium.
Beslissing
het hof:
- vernietigt het bestreden vonnis;
- weigert alle in eerste aanleg gevraagde voorzieningen;
- verwijst Vinium in de kosten van het geding, tot heden aan de zijde van de Gemeente in eerste aanleg begroot op € 181,51 aan verschotten en op € 704,= aan salaris van de procureur en in hoger beroep begroot op
€ 279,95 aan verschotten en op € 772,= aan salaris van de procureur;
- verklaart deze uitspraak wat betreft de kostenveroordelingen uitvoer- baar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. Vrij, De Groot en Looten en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 21 maart 2002.
Coll.: