ECLI:NL:GHSGR:2002:AE2878
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Dusamos
- M. Labohm
- J. Zonnenberg
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verevening van pensioenrechten bij scheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage, waarin de echtscheiding tussen hem en de vrouw is uitgesproken. De man, vertegenwoordigd door procureur mr. W.K. van Duren, verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen voor zover deze bepaalt dat de door hem opgebouwde pensioenrechten verevend dienen te worden conform de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wvp). De vrouw, vertegenwoordigd door procureur mr. H.P. Scheer, verzoekt de beschikking te bekrachtigen.
De rechtbank had in haar beschikking bepaald dat de pensioenrechten van de man, die hij gedurende het huwelijk heeft opgebouwd, verevend dienen te worden. De man stelt dat de huwelijkse voorwaarden, die bij notariële akte zijn opgesteld, expliciet uitsluiten dat pensioenverevening plaatsvindt. Hij voert aan dat de partijen bij huwelijkse voorwaarden hebben afgesproken dat verrekening van pensioenpremies pas aan het einde van het huwelijk kan plaatsvinden, indien er pensioenpremies zijn ingehouden op zijn arbeidsinkomen. De man betoogt dat hij zelf geen pensioenpremies heeft betaald, maar dat zijn werkgever dit heeft gedaan, waardoor de vrouw geen aanspraak kan maken op verevening.
Het hof oordeelt dat de huwelijkse voorwaarden niet expliciet de pensioenverevening uitsluiten en dat de bedoeling van de partijen niet is om de wettelijke regeling te omzeilen. Het hof stelt vast dat de pensioenrechten zijn bedoeld voor de oudedagsvoorziening van beide partijen en dat de man tijdens het huwelijk pensioen heeft opgebouwd. Gezien deze overwegingen bekrachtigt het hof de beschikking van de rechtbank, voor zover deze aan het oordeel van het hof is onderworpen. De uitspraak is gedaan op 30 januari 2002.