ECLI:NL:GHSGR:2002:AE3610
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- M. Labohm
- A. de Bruijn-Lückers
- C. Zeven-Postma
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot voorlopige voorzieningen en schorsing van alimentatiebeschikking in echtscheidingszaak
In deze zaak heeft de man, verzoeker in hoger beroep, een verzoekschrift ingediend bij het Gerechtshof 's-Gravenhage, waarin hij voorlopige voorzieningen verzoekt met betrekking tot de alimentatie die hij aan de vrouw, verweerder in hoger beroep, dient te betalen. De man verzoekt de alimentatie te verlagen naar ƒ 4.835,- per maand en vraagt tevens om schorsing van de uitvoerbaarverklaring van een eerdere beschikking uit 2001, waarin de alimentatie was vastgesteld op ƒ 11.000,- per maand. De vrouw heeft hierop gereageerd met een verweerschrift en beide partijen hebben aanvullende stukken ingediend ter ondersteuning van hun standpunten.
De zaak is op 10 april 2002 mondeling behandeld. Het hof heeft vastgesteld dat de beschikking van de rechtbank, waarbij de echtscheiding is uitgesproken, op 5 februari 2002 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Dit betekent dat de voorlopige voorzieningen, zoals vastgesteld in een eerdere beschikking uit 2000, hun kracht hebben verloren. Het hof oordeelt dat de man niet ontvankelijk kan worden verklaard in zijn verzoek tot het treffen van voorlopige voorzieningen, aangezien er op het moment van indiening van het verzoek een voor tenuitvoerlegging vatbare beschikking lag. De schorsing van de uitvoerbaarverklaring van de beschikking uit 2001 heeft hier geen invloed op, omdat de eerdere voorlopige voorzieningen niet meer van toepassing zijn.
De beslissing van het hof is dat de man niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn verzoek tot het treffen van voorlopige voorzieningen. Deze beschikking is gegeven door de rechters M. Labohm, A. de Bruijn-Lückers en C. Zeven-Postma, en is uitgesproken ter terechtzitting van 10 april 2002.