rolnummer 2200056801
parketnummers 0975323199 en 0992638200
datum uitspraak 19 april 2002
tegenspraak
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van
2 februari 2001 in de strafzaak tegen de verdachte:
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 3 april 2002 en 5 april 2002.
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaardingen, zoals ter terechtzitting in eerste aanleg op vordering van de officier van justitie gewijzigd.
Het hof heeft de feiten die in deze dagvaardingen zijn opgenomen, van een doorlopende nummering voorzien. Het zal die nummering in dit arrest aanhouden.
Van de dagvaardingen en van de vordering wijziging tenlastelegging zijn kopieën gevoegd in dit arrest.
In de parketnummers zijn enkele kennelijke verschrijvingen hersteld. De zich in het dossier bevindende vordering wijziging tenlastelegging (parketnummer 09.926.382.00) van 8 december 2000 wordt als niet ingediend beschouwd, nu dezelfde wijzigingen in de vordering van 19 januari 2001 voorkomen, waarop ter zitting van 19 januari 2001 is beslist.
In eerste aanleg is de verdachte terzake van het onder 1, 2, 3 primair, 4, 5 primair, 7 primair eerste cumulatief/alternatief, 8 en 9 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van dertien jaar met aftrek van voorarrest, met beslissingen omtrent het inbeslaggenomene als vermeld in het vonnis en met beslissingen omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen en oplegging van een schadevergoedingsmaatregel als vermeld in het vonnis.
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
4. Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep van de officier van justitie is blijkens mededeling van de advocaat-generaal op de terechtzitting niet gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak van het onder 6 en 10 tenlastegelegde.
5. Beoordeling van het vonnis
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 primair, 4, 5 primair, 7 primair eerste cumulatief/alternatief, 8 en 9 tenlastegelegde heeft begaan op de wijze als is vermeld in de hierna ingevoegde bijlage die van dit arrest deel uitmaakt.
1. dat hij op 17 april 2000 te Bunnik en elders in Nederland ter voorbereiding van het/de met anderen te plegen misdrij(f) (ven) waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten diefstal van computers en/of computeronderdelen en/of computerapparatuur, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren (diefstal met geweldpleging) in/uit een pand in gebruik bij Kender Thijssen Solutions te Veenendaal en/of afpersing van computers en/of computeronderdelen en/of computerapparatuur, in/uit een pand in gebruik bij Kender Thijssen Solutions en/of opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en/of beroofd houden (opzettelijke vrijheidsberoving) van personen zich bevindende in/op een pand/perceel in gebruik bij Kender Thijssen Solutions te Veenendaal, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk vier geladen pistool(en) en een kogelwerend vest en tien tie wraps en drie auto's merk Volvo en Ford en Opel/Vauxhall en een blikschaar en valse kentekenplaten en petjes en vijf paar handschoenen en drie schroevendraaiers en een sweatshirt met capuchon, kennelijk bestemd tot het in vereniging begaan van dat/die misdrij(f) (ven) voorhanden heeft gehad;
2. dat hij op 17 april 2000 te Bunnik tezamen en in vereniging met anderen , vier wapens van categorie III onder 1, te weten een pistool, merk Glock 19, kaliber 9x19 mm en een pistool, merk CZ, kaliber 9x19 mm en een pistool, merk Smith & Wesson, kaliber 9x19 mm en een pistool, merk Ballister Molina, kaliber .45 en munitie van categorie II en III, te weten 37 patronen van het kaliber 9x19 mm en zeven patronen van het kaliber .45 voorhanden heeft gehad en/of heeft gedragen;
3. dat hij op 20 december 1999 te Bodegraven en Amsterdam en elders in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een vrachtauto/trekker met oplegger en 532 computers toebehorende aan Transportbedrijf Steenbergen en/of Info Products, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan zijn mededaders de vlucht mogelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het
- van die vrachtauto/trekker met oplegger wegtrekken van die [slachtoffer 1] en
- duwen van een pistool tegen de slaap van die [slachtoffer 1] en
- die [slachtoffer 1] dwingen plaats te nemen in een auto en in een kofferbak van een auto en
- vasthouden van die [slachtoffer 1] en dreigend zeggen "rustig blijven, dan komt alles goed" en
- enige tijd rondrijden met die zich in die auto en in die kofferbak bevindende [slachtoffer 1] en
- tegen die [slachtoffer 1] zeggen dat hij zijn hoofd naar beneden moest houden en
- dragen van een bivakmuts en
- met handboeien vastmaken van die [slachtoffer 1] aan een hekwerk;
4. dat hij in de periode van 1 januari 1999 tot en met 17 april 2000 te Bodegraven en Amsterdam en Montfoort en elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie (onder meer bestaande uit [medeverdachte 1]), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk diefstallen met braak bij computerbedrijven en diefstallen met geweld en/of afpersing (te weten gewelddadige overvallen) bij computerbedrijven en wederrechtelijke vrijheidsberoving van medewerkers van computerbedrijven en het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie van categorie II en III en diefstallen van auto's en valsheid in geschriften met betrekking tot reisdocumenten;
5. dat hij op 08 december 1999 te Haarlemmermeer en/of elders in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening om uit een vrachtauto (van de firma Bos) weg te nemen computers en/of computeronderdelen en/of goederen van hun gading, toebehorende aan Air Express International,
- met een auto (Volvo) met daarin een blauw zwaailicht voornoemde vrachtauto voorbij is/zijn gereden en
- geba(a)r(en) heeft/hebben gemaakt dat de bestuurder van voornoemde vrachtauto moest stoppen en
- een politiepet heeft/hebben gedragen en
- achter de achterruit van die auto (Volvo) rode letters met de woorden "Stop Politie" heeft/hebben laten oplichten en
- gekleed in een blauwe broek en een blauw overhemd en een oranje reflecterend vest op voornoemde vrachtauto is
afgelopen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7 primair. dat hij op 19 november 1999 te Montfoort tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (ongeveer) 95 moederboards toebehorende aan Sun Microsystems, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en andere medewerkers werkzaam in een pand in gebruik bij Frans Maas Logistics Montfoort B.V. (gelegen aan [adres]), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het
- met met pantys en/of sjaals en/of bivakmutsen bedekte gezichten binnendringen in voornoemd pand en
- plaatsen van een pistool en/of mitrailleur tegen de nek en/of het hoofd en/of een been van die [slachtoffer 5] en
[slachtoffer 6] en andere medewerkers werkzaam in voornoemd pand en
- doorladen van vuurwapens en
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en
[slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] en andere medewerkers werkzaam in voornoemd pand zeggen: "blijf
zitten / ga liggen of ik schiet je door je hoofd" en "ga liggen, handen op de rug" en "als iemand beweegt gewoon schieten"
en "niet kijken" en
- met een pistool en/of met een hand/vuist slaan en/of stompen tegen het hoofd van die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 7] en
[slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] en (een) (andere) medewerkers werkzaam in voornoemd pand en
- schoppen en/of trappen tegen/in een been en/of de rug en/of de buikstreek en/of het hoofd van die [slachtoffer 4] en
[slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] en (een) (andere) medewerkers werkzaam in voornoemd pand en
- beetpakken en (vervolgens) over de grond (mee)slepen van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en andere
medewerkers werkzaam in voornoemd pand en
- met tie-wraps vastbinden van de polsen/handen van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5]
en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] en andere medewerkers werkzaam
in voornoemd pand en
- dreigen die [slachtoffer 9] door het hoofd te schieten als hij het alarm af zou laten gaan en
- die [slachtoffer 11] dwingen een hek, met daar achter computers en/of computerapparatuur, te openen en
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en
[slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en andere medewerkers werkzaam in voornoemd pand
zeggen "tien minuten niet omhoog kijken";
8. dat hij op 19 november 1999 te Montfoort tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld en telefoons en sim-kaarten en pasjes, toebehorende aan respectievelijk [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 14] en [slachtoffer 8 ], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 14] en [slachtoffer 8] en andere medewerkers werkzaam in een pand in gebruik bij Frans Maas Logistics Montfoort B.V. (gelegen aan [adres]), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het
- met met pantys en/of sjaals en/of bivakmutsen bedekte gezichten binnendringen in voornoemd pand en
- duwen van een pistool en/of mitrailleur tegen het hoofd van die [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13] en andere medewerkers
werkzaam in voornoemd pand en
- doorladen van vuurwapens en
- dreigend tegen die [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 14] en [slachtoffer 8] en andere
medewerkers werkzaam in het pand zeggen: "blijf zitten / ga liggen of ik schiet je door je hoofd" en "ga liggen, handen op de
rug" en "als iemand beweegt gewoon schieten" en "niet kijken" en
- slaan met een pistool en/of met een hand/vuist slaan en/of stompen tegen het hoofd van die [slachtoffer 12] en
[slachtoffer 13] en [slachtoffer 7] en andere medewerkers, werkzaam in voornoemd pand en
- schoppen en/of trappen tegen het lichaam en/of tegen het hoofd van die [slachtoffer 7] en [slachtoffer 14] en [slachtoffer 8]
en andere medewerkers, werkzaam in voornoemd pand en
- vastbinden van de polsen/handen van die [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 14]
en [slachtoffer 8] en andere personeelsleden werkzaam in het pand met tie-wraps en
- onderzoeken van de kleding van die [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 14] en [slachtoffer 8]
en
- dreigend tegen die [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 14] en [slachtoffer 8] en andere
personeelsleden, werkzaam in het pand zeggen "tien minuten niet omhoog kijken";
9. dat hij op 24 augustus 1999 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid computeronderdelen, te weten processors en CPU memoryboards en geheugenboards en cd-roms en een portemonnee met inhoud en een telefoon toebehorende aan respectievelijk Access Graphics en [slachtoffer 15] en [slachtoffer 16], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 17] en [slachtoffer 18] en [slachtoffer 15] en [slachtoffer 19] en [slachtoffer 16] en andere medewerkers van expeditiebedrijf PanAlpina B.V., gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het
- plaatsen van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp tegen het hoofd van die [slachtoffer 17] en [slachtoffer 15], en
- tonen van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan de zich in de nabijheid van verdachte en zijn mededaders
bevindende [slachtoffer 17] en [slachtoffer 18] en [slachtoffer 15] en [slachtoffer 19] en [slachtoffer 16] en andere
medewerkers van voornoemd bedrijf en
- met bivakmutsen en maskers gedeeltelijk bedekt hebben van het gezicht en
- met een pistool op de rug van die [slachtoffer 17] slaan en
- dreigend tegen die [slachtoffer 17] en [slachtoffer 18] en [slachtoffer 15] en [slachtoffer 19] en andere medewerkers van
voornoemd bedrijf roepen "allemaal liggen" en "liggen, liggen" en
- met tie-wraps vastmaken/binden van de handen van die [slachtoffer 17] en [slachtoffer 18] en [slachtoffer 15] en
[slachtoffer 19] en [slachtoffer 16] en andere medewerkers van voornoemd bedrijf en
- over de grond slepen en verplaatsen van de op die grond liggende [slachtoffer 16] en
- schoppen en/of trappen en/of slaan tegen het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer 17] en [slachtoffer 15] en
[slachtoffer 19] en andere medewerkers van voornoemd bedrijf en
- bewaken van die [slachtoffer 17] en [slachtoffer 18] en [slachtoffer 15] en [slachtoffer 19] en [slachtoffer 16] en andere
medewerkers van voornoemd bedrijf.
Hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijf-fouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest met de bewijsmiddelen vereist in een aan dit arrest gehechte bijlage worden opgenomen.
8. Bewijsoverweging met betrekking tot de gerichtheid van de voorbereiding van een overval op [slachtoffer] te Veenendaal
Dat de onder 1 bewezenverklaarde voorbereiding gericht was op een overval op de vestiging van [slachtoffer] te Veenendaal leidt het hof af uit de bewijsmiddelen, zoals die in de door de wet voorgeschreven gevallen zullen worden uitgewerkt, waarbij met name ook acht geslagen wordt op de op 16 april 2000 door de meded[verdachte] [mededaders] uitgevoerde waarnemingen ter plaatse bij genoemd bedrijf in combinatie met de aard van de computer-apparatuur, in het bijzonder Sun-systemen die in dat bedrijf stonden opgeslagen, waarvoor [verdachte] in Engeland een afzetkanaal beschikbaar had.
Het hof acht aannemelijk, maar in dat opzicht niet redengevend voor het bewijs, dat de aanduiding van "the funny looking place" door [verdachte] in gesprek met [mededader] in de telefoontap (gespreksnummer 01950, blz. 01 107 d.d. 16 april 2000 tijdstip 15.09 uur) een toespeling betreft op de te observeren locatie met de daarin opgeslagen Sun-systemen.
9. Bewijsverweer met betrekking tot het onder 5 tenlastegelegde
De raadsvrouw van de verdachte heeft het verweer gevoerd, dat artikel 10 van de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden zijn geschonden, aangezien locatiegegevens van mobiele telefoons niet vallen onder het in de artikelen 125f (oud) en 126n van het Wetboek van Strafvordering, genoemde begrip "inlichtingen terzake van alle verkeer dat over een telecommunicatienetwerk heeft plaatsgevonden", zodat alle locatiegegevens onrechtmatig zijn verkregen en voor het bewijs uitgesloten dienen te worden.
Het hof verwerpt dit verweer op de volgende gronden.
Het hof meent dat het begrip "inlichtingen ter zake van alle verkeer" primair in tegenstelling staat tot inlichtingen omtrent de inhoud van overgebrachte berichten. Inlichtingen omtrent de route van berichten ziet het hof als inlichtingen terzake van verkeer, ook indien daaruit valt af te leiden waar (ongeveer) zich de toestellen bevonden waarmee deelnemers aan het communicatieverkeer hebben deelgenomen. Deze gegevens betreffen immers de overdracht van gegevens langs radio-elektrische weg en dus "verkeer" in de betekenis van artikel 1 van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen. Blijkens het arrest van de Hoge Raad van 7 april 1998,
NJ 1998,559 vielen onder de inlichtingen als bedoeld in artikel 125f (oud) van het Wetboek van Strafvordering
(en vallen dus onder artikel 126n van het Wetboek van Strafvordering) inlichtingen omtrent de bij het verkeer betrokken aansluitnummers.
Het hof ziet niet in waarom dan daaronder niet zouden vallen inlichtingen omtrent de positie van mobiele aansluitnummers zo lang als daarmee aan het verkeer wordt deelgenomen.
Hoewel de verstrekking van inlichtingen geen directe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de vaste of incidentele gebruikers kan inhouden, omdat uit deze inlichtingen niet blijkt door wie de in bedrijf zijnde toestellen worden gebruikt, zijn de inlichtingen -gegeven de mogelijke koppeling met andere gegevens van mogelijke gebruikers van de toestellen- voor de persoonlijke levenssfeer niet volledig neutraal te noemen.
De ernst van de feiten in deze strafzaak waaromtrent de inlichtingen zijn gevraagd houden een dringende en
gewichtige reden tot verstrekking in als bedoeld in artikel 11 lid 2 van de Wet persoonsregistratie.
De artikelen 10 van de Grondwet en 8 van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens zijn niet geschonden.
10. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
1: medeplegen van voorbereiding van diefstal met geweldpleging en/of afpersing en/of opzettelijke vrijheidsberoving;
2: medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, met betrekking tot meer dan één vuurwapen van categorie III,
en
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
3 primair: diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan
zichzelf en andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken, gepleegd door twee of meer verenigde personen;
4: het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
5 primair: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen;
7 primair eerste cumulatief/alternatief, 8 en 9: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
11. Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
De advocaat-generaal mr. Van Atteveld heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte terzake van het onder 1, 2, 3, 4, 5 primair, 7 primair eerste cumulatief/alternatief, 8 en 9 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zestien jaar met aftrek van voorarrest, beslissingen omtrent de inbeslaggenomen voorwerpen als vermeld in zijn vordering en beslissingen omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen als vermeld in zijn vordering.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan deelneming aan een misdadige organisatie, welke professionele organisatie actief was in het plegen van gewapende overvallen bij computerbedrijven, waarbij telkens geweld en bedreigingen met geweld tegen de medewerkers van die bedrijven gebruikt werden. In het bijzonder de gewapende overval met negen personen op [slachtoffer] te Montfoort, waarbij velen met schietwapens zwaar en langdurig zijn bedreigd, rekent het hof de verdachte zeer zwaar aan. Ook werd er (in opzet meermalen) niet voor teruggedeinsd de vrachtwagenchauffeur, die het vervoer van computer-apparatuur voor dergelijke bedrijven verzorgde, opzettelijk van zijn vrijheid te beroven, teneinde de kostbare lading te kunnen ontvreemden. De organisatie heeft uit grof winstbejag gehandeld, zonder zich te bekommeren om de slachtoffers van de gepleegde overvallen en de aangerichte psychische en materiële schade.
Aldus vormde deze criminele organisatie een onaanvaard-baar bedreigende factor voor de (Nederlandse) samenleving.
De verdachte en zijn mededaders hebben drie gewapende overvallen gepleegd.
Daarnaast hebben de verdachte en zijn mededaders getracht een grote partij computerapparaten uit een vrachtwagen te stelen. Deze feiten zijn door de slachtoffers als buitengewoon bedreigend ervaren en te verwachten valt dat zij nog geruime tijd zullen lijden onder de psychische gevolgen van hetgeen hen is aangedaan. Daarnaast brengen feiten zoals het onderhavige bij de burgers in het algemeen angstgevoelens en gevoelens van onveiligheid teweeg.
Voorts heeft de verdachte samen met anderen een gewapende overval, al dan niet met vrijheidsberoving, voorbereid op een computerbedrijf, waarbij verdachte en zijn mededaders (hoogwaardige) computerapparatuur wilden ontvreemden. Slechts ingrijpen door de politie heeft voorkomen dat het tot uitvoering van die overval is gekomen. Dat het voorbereiden van een gewapende overval op een computerbedrijf en de vrij vele daar toen werkzame personen een zeer ernstig feit is, behoeft geen betoog.
Het hof is dan ook van oordeel dat alleen een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf van na te melden duur een passende reactie vormt.
De op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen onder de nummers 2, 3, 6 tot en met 17, 22 tot en met 26, 29 tot en met 34, 37 tot en met 41, 45, 46, 47, 51, 52, 53, 55, 56, 68, 69, 75, 78 tot en met 81, 84 tot en met 91, 93 tot en met 99, 100, 102, 108, 110 tot en met 112, 117 tot en met 120, 124 tot en met 130, 133, 134, 147 en 148 vermelde voorwerpen, zullen worden verbeurdverklaard, aangezien met behulp van deze voorwerpen tenminste één van de bewezenverklaarde feiten is begaan.
De op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen onder de nummers 1, 42, 43, 44, 48, 50, 54, 105, 106, 107, 114, 149 en 150 vermelde voorwerpen, welke bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane feiten zijn aangetroffen en die kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortelijke feiten, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet.
Ten aanzien van de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen onder de nummers 4, 5, 18, 19, 20, 21, 27, 28, 35, 36, 57, 59, 61 tot en met 67, 70 tot en met 74, 76, 77, 82, 83, 92, 101, 103, 104, 109, 113, 115, 116, 121, 122, 123, 131, 132, 135 tot en met 146 vermelde voorwerpen, zal het hof de teruggave gelasten aan de verdachte.
Ten aanzien van het op de lijst van inbeslaggenomen onder nummer 49 vermelde voorwerp zal het hof de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten, nu niet kan worden vastgesteld aan wie dat voorwerp toebehoort en dit kennelijk niet aan de verdachte toebehoort.
14. Vorderingen tot schadevergoeding
In het onderhavige strafproces hebben zich met betrekking tot het onder 3 (zaak Bodegraven), 7 en 8 tenlastegelegde (gewapende overval op distributiebedrijf [slachtoffer] te Montfoort) en met betrekking tot het onder 9 tenlaste-gelegde (gewapende overval op [slachtoffer] te Schiphol) de volgende benadeelde partijen gevoegd met daarbij vermeld de ingediende vorderingen tot vergoeding van geleden schade en de door de rechtbank toegewezen bedragen.
Benadeelde partij Vordering Rechtbank
(tll 3)[slachtoffer] f. 7.500,- (€ 3.403,35) f. 7.500,-
(tll 7/8)[slachtoffer] f. 1.500,- (€ 680,67) f. 1.500,-
[slachtoffer] f. 1.750,- (€ 794,12) f. 1.750,-
[slacht[slachtoffer] f. 7.893,20 (€ 3.581,78) f. 2.000,-
[slachtoffer] f. 1.250,- (€ 567,23) f. 1.250,-
[slachtoffer] f. 1.000,- (€ 453,78) f. 1.000,-
[slachtoffer] f. 2.425,- (€ 1.100,42) f. 2.425,-
[slachtoffer] f. 1.500,- (€ 680,67) f. 1.500,-
[slachtoffer] f. 1.250,- (€ 567,23) f. 1.250,-
[slachtoffer] f. 1.000,- (€ 453,78) f. 1.000,-
[slachtoffer] f. 1.250,- (€ 567,23) f. 1.250,-
[slachtoffer] f. 1.250,- (€ 567,23) f. 1.250,-
[slachtoffer] f. 1.500,- (€ 680,67) f. 1.500,-
[slachtoffer] f. 1.000,- (€ 453,78) f. 1.000,-
[slachtoffer] f. 1.000,- (€ 453,78) f. 1.000,-
[slachtoffer] f. 1.000,- (€ 453,78) f. 1.000,-
[slachtoffer] f. 2.500,- (€ 1.134,45) f. 2.500,-
[slachtoffer] f. 2.149,- (€ 975,17) f. 2.149,-
(tll 9)[slacht[benadeelde p[slachtoffer] f. 12.038,75*(€ 5.462,95) f. 12.038,75
[slachtoffer] f. 1.000,- (€ 453,78) f. 1.000,-.
In hoger beroep zijn deze vorderingen met uitzondering van die van [benadeelde partij] aan de orde tot de - in eerste aanleg toegewezen - bedragen. Ten aanzien van [slacht[benadeelde partij] is evenwel komen vast te staan dat tengevolge van een fout het gevorderde bedrag
f. 333,- te laag is uitgevallen. Uit de bijlagen blijkt dat bij correcte optelling van de opgevoerde posten het gevorderde bedrag f. 12.371,75 (€ 5.614,06) is. In hoger beroep is die vordering tot dat bedrag aan de orde.
In hoger beroep heeft de verdachte alleen de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer] en [slachtoffer] betwist.
Ook ten aanzien van deze vorderingen oordeelt het hof dat de gevorderde vergoeding schade betreft waarvan aannemelijk is dat die als gevolg van de desbetreffende feiten is geleden.
De vorderingen van de benadeelde partijen tot schadevergoeding zullen worden toegewezen tot de gevorderde bedragen.
Tenslotte dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten van de benadeelde partijen in verband met hun vorderingen.
Bovendien ziet het hof aanleiding tot het opleggen van een verplichting tot betaling van een bedrag van in totaal € 20.962,74 aan de Staat ten behoeve van voornoemde slachtoffers, ieder voor het hem als benadeelde partij toegewezen bedrag.
15. Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 36f, 45, 46, 47, 57, 140, 282, 310, 311, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep -voorzover aan het oordeel van het hof onderworpen- en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 primair, 4, 5 primair, 7 primair eerste cumulatief/alternatief, 8 en 9 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar terzake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van DERTIEN JAAR.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd de voorwerpen genoemd op de aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen, te weten de nummers 2, 3, 6 tot en met 17, 22 tot en met 26, 29 tot en met 34, 37 tot en met 41, 45, 46, 47, 51, 52, 53, 55, 56, 68, 69, 75, 78 tot en met 81, 84 tot en met 91, 93 tot en met 99, 100, 102, 108, 110 tot en met 112, 117 tot en met 120, 124 tot en met 130, 133, 134, 147 en 148.
Verklaart onttrokken aan het verkeer de voorwerpen genoemd op de aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen, te weten de nummers 1, 42, 43, 44, 48, 50, 54, 105, 106, 107, 114, 149 en 150.
Gelast de teruggave aan verdachte van de voorwerpen genoemd op de aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen, te weten de nummers 4, 5, 18, 19, 20, 21, 27, 28, 35, 36, 57, 59, 61 tot en met 67, 70 tot en met 74, 76, 77, 82, 83, 92, 101, 103, 104, 109, 113, 115, 116, 121, 122, 123, 131, 132, 135 tot en met 146.
Gelast de bewaring van ten behoeve van de rechthebbende van het voorwerp genoemd op de aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen, te weten nummer 49.
Wijst de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen toe tot de volgende bedragen.
(tll 3)[slachtoffer] f. 7.500,- (€ 3.403,35)
(tll 7/8)[slachtoffer] f. 1.500,- (€ 680,67)
[slachtoffer] f. 1.750,- (€ 794,12)
[slachtoffer] f. 2.000,- (€ 907,56)
[slachtoffer] f. 1.250,- (€ 567,23)
[slachtoffer] f. 1.000,- (€ 453,78)
[slachtoffer] f. 2.425,- (€ 1.100,42)
[slachtoffer] f. 1.500,- (€ 680,67)
[slachtoffer] f. 1.250,- (€ 567,23)
[slachtoffer] f. 1.000,- (€ 453,78)
[slachtoffer] f. 1.250,- (€ 567,23)
[slachtoffer] f. 1.250,- (€ 567,23)
[slachtoffer] f. 1.500,- (€ 680,67)
[slachtoffer] f. 1.000,- (€ 453,78)
[slachtoffer] f. 1.000,- (€ 453,78)
[slachtoffer] f. 1.000,- (€ 453,78)
[slachtoffer] f. 2.500,- (€ 1.134,45)
[slachtoffer] f. 2.149,- (€ 975,17)
(tll 9)[slachtoffer] f. 12.371,75 (€ 5.614,06)
[slachtoffer] f. 1.000,- (€ 453,78).
Veroordeelt de verdachte om deze bedragen tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partijen. Veroordeelt de verdachte in de kosten die de benadeelde partijen in verband met hun vorderingen hebben gemaakt -welke kosten tot aan deze uitspraak zijn begroot op nihil- en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Legt aan de verdachte voorts de verplichting op tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van in totaal € 20.962,74 ten behoeve van de slachtoffers, ieder voor het hem als benadeelde partij toegewezen bedrag, welk bedrag bij gebreke van betaling en verhaal wordt vervangen door hechtenis voor de tijd van HONDERDENTIEN DAGEN.
Bepaalt dat door voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van het bedrag van € 20.962,74 ten behoeve van de slachtoffers, de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partijen van het bedrag van in totaal € 20.962,74 komt te vervallen, alsmede dat door betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partijen de verplichting van de verdachte tot betaling aan de Staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit arrest is gewezen door mrs. Koning, Silvis en Mos-Verstraten, in bijzijn van de griffier Van der Schalk.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 19 april 2002.