ECLI:NL:GHSGR:2002:AE5128

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
3 juli 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200-H-01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. de Bruijn-Lückers
  • A. Labohm
  • J. Jansen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van een Turkse rechterlijke uitspraak betreffende de geboortedatum van een minderjarige

In deze zaak gaat het om de erkenning van een Turkse rechterlijke uitspraak die de geboortedatum van een minderjarige, [dochter], wijzigt van 1987 naar 1982. De man, wettelijk vertegenwoordiger van [dochter], heeft in hoger beroep verzocht om deze wijziging te laten doorvoeren in de Gemeentelijke Basis Administratie. De gemeente 's-Gravenhage heeft deze wijziging geweigerd, wat de man heeft doen besluiten om in beroep te gaan. De man stelt dat de Nederlandse openbare orde zich niet verzet tegen de erkenning van het Turkse vonnis, dat is gebaseerd op objectieve en subjectieve feiten, waaronder medische rapporten en getuigenverklaringen.

Het hof heeft de argumenten van de man en de gemeente zorgvuldig afgewogen. Het hof oordeelt dat de Turkse uitspraak niet kan worden erkend, omdat de Nederlandse openbare orde zich verzet tegen de erkenning van de rechtsgeldigheid van de in de Turkse uitspraak vermelde geboortedatum. Het hof wijst erop dat er geen gedegen medisch onderzoek is overgelegd ter onderbouwing van de wijziging van de geboortedatum. Bovendien zijn er belangrijke maatschappelijke belangen verbonden aan de nauwkeurigheid van geboortedata in de basisadministratie, zoals studietoelagen en oudedagsvoorzieningen.

De man heeft in hoger beroep ook bewijsstukken overgelegd, waaronder een röntgenologisch leeftijdsonderzoek, maar het hof concludeert dat deze niet voldoende zijn om de geboortedatum te wijzigen. De rechtbank had eerder de verzoeken van de man afgewezen, en het hof bevestigt deze beslissing. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan op 3 juli 2002 door het Gerechtshof 's-Gravenhage.

Uitspraak

Uitspraak : 3 juli 2002
Rek.nummer : 01-H-200
Rek.nr rb. : 00-3221
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE
FAMILIEKAMER
B e s c h i k k i n g
in de zaak van
[appellant],
wonende t[x]]
verzoeker in hoger beroep,
in zijn hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige[dochter]hter],
hierna te noemen: de man,
procureur mr. M. Soffers.
Als belanghebbende is aangemerkt:
Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente 's-Gravenhage,
zetelende te 's-Gravenhage,
hierna te noemen: de gemeente,
gemachtigde: mr. M. Hertogs.
Het openbaar ministerie, vertegenwoordigd door de advocaat-generaal mr. A.J.M. Kaptein, is opgeroepen voor de mondelinge behandeling.
PROCESVERLOOP
De man is [in] 2001 in hoger beroep gekomen van de beschikking van de rechtbank te [x] van 22 januari 2001.
De gemeente heeft op 29 januari 2002 een verweerschrift ingediend.
Van de zijde van de man zijn bij het hof brieven met bijlagen ingekomen gedateerd 17 mei 2001 en 5 juni 2001.
Op 8 mei 2002 is de zaak mondeling behandeld.
VASTSTAANDE FEITEN
Op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzit-ting staat - voor zover in hoger beroep van belang - het volgende vast.
De minderjarige [dochter] is sedert haar vestiging in Nederland, [in] 1997, in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens ingeschreven als:
[.], [dochter], ge[in] 1987 te [y], Turkije, met Turkse nationaliteit.
Bij vonnis [in] 1999 heeft de rechtbank van eerste aanleg te Bingöl, Turkije, op verzoek van de man de leeftijd van [dochter] gewijzigd van [in] 1987 in [in] 1982.
De man heeft bij brieven gedateerd 20 januari 2000 en 23 maart 2000 de gemeente verzocht de geboortedatum van [dochter] te wijzigen van [in] 1987 in [in] 1982, dan wel in het jaar 1982, dan wel in [juli] 1982.
Bij beslissing van 18 april 2000 heeft de gemeente de man meegedeeld bij hun in de brief van 6 maart 2000 aan hem kenbaar gemaakte voorgenomen weigering betreffende de wijziging van de geboortedatum van [dochter] te blijven.
[In] 2000 heeft de man van die beslissing beroep inge-steld bij de rechtbank te [x] en verzocht:
a. het bestuur van de gemeente 's-Gravenhage te bevelen binnen bij uitspraak te bepalen termijn de geboortedatum van [dochter] [.] te wijzigen in de Gemeentelijke Basis Administratie in [in] 1982, dan wel hem toe te laten tot het afleggen van een verklaring onder ede als bedoeld in artikel 36 tweede lid onder e van de Wet GBA;
b. verweerder (het hof leest: de gemeente) en iedere belanghebbende die het verzoek tegenspreekt, tezamen te veroordelen aan hem de volgens het gebruikelijke tarief te begroten bijdrage in de proceskosten te betalen;
c. de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
De rechtbank heeft bij de bestreden beschikking het beroep van de man afgewezen.
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
1. De man verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en opnieuw beschikkende zijn verzoek tot wijziging van de geboortedatum toe te wijzen met veroordeling van geïntimeerde (het hof leest: de gemeente) in de kosten van deze procedure. De gemeente bestrijdt zijn beroep.
2. De man stelt dat de Nederlandse openbare orde zich niet verzet tegen erkenning van het Turkse vonnis [in] 1999. Het oordeel van de Turkse rechter is gebaseerd op objectieve en subjectieve feiten, te weten het rapport van de gezondheidscommissie van het Staatsziekenhuis te Bingöl (Turkije), een getuigenverklaring en het observeren ter zitting van [dochter] en haar [broer] die dezelfde geboortedatum heeft als [dochter]. De juistheid van het Turkse vonnis wordt bevestigd door de overgelegde kopie van een verklaring van drs Falke, verbonden aan het Orthocenter NV te 's-Gravenhage, met als bijlage een röntgenfoto van het gebit van [dochter] alsmede door een overgelegde kopie van een verklaring van huisartsenmaatschap Wuister/Roosemalen/Verhage/Roeleveld te 's-Gravenhage. In hoger beroep legt de man voorts nog over een afschrift van een consult röntgenologisch leeftijdsonderzoek d.d. 28 mei 2001 door dr. G.J.R. Maat, als arts-anatoom verbonden aan het anatomisch-embryologisch laboratorium te Leiden. Uit dit onderzoek kan worden opgemaakt dat de door [dochter] opgegeven leeftijd aannemelijk is. Het gaat volgens de man om een keuze tussen een leeftijd die volstrekt onjuist is en een geboortedatum die aannemelijk is. Naar de mening van de man is de openbare orde meer gebaat bij het laatste.
De gemeente heeft het beroep van de man gemotiveerd betwist.
3. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van de bestreden beschikking.
4. Het hof gaat, op dezelfde gronden als de rechtbank, voorbij aan de uitspraak van de Turkse rechter, waarbij de geboortedatum van [dochter] is gewijzigd. Krachtens artikel 37 lid 2 van de Wet op de gemeentelijke basisadministratie worden aan een buiten Nederland gedane rechterlijke uitspraak over de burgerlijke staat geen gegevens ontleend, voor zover de Nederlandse openbare orde zich verzet tegen de erkenning van de rechtsgeldigheid van de in zo'n uitspraak vermelde feiten. Deze bepaling acht het hof van (overeenkomstige) toepassing op de geboortedatum. Beoordeeld moet worden of de vermoedelijk vrij ernstige foutieve uitkomst daarin van een rechterlijk onderzoek waarvan niet aannemelijk is dat het op een gedegen medisch onderzoek steunt, maatgevend mag zijn in het licht van de grote maatschappelijke belangen die zijn gemoeid met voorkoming van onbetrouwbare vastlegging van geboortegegevens in de basisadministratie, waaraan belangrijke gevolgen zijn verbonden, zoals bij toekenning van studietoelage, minimumloon en, later, oudedagsvoorzieningen. Evenals bij de rechtbank is ook in hoger beroep het rapport van de gezondheidscommissie, waarop de Turkse rechter mede zijn vonnis heeft gebaseerd, niet overgelegd.
Het een en ander afwegende komt het hof tot het oordeel dat de Nederlandse openbare orde zich, gelet op het vorenstaande, verzet tegen de erkenning van de rechtsgeldigheid van de in de Turkse rechterlijke uitspraak vermelde geboortedatum.
5. De man heeft nog gesteld dat de juistheid van het Turkse vonnis wordt onderbouwd door voornoemd röntgenologisch leeftijdsonderzoek van 28 mei 2001. Nu slechts is vastgesteld dat de gemaakte röntgenopnamen passen bij een kalenderleeftijd van 19,3 jaar biedt dit rapport niet afdoende uitsluitsel. Nu immers met dit onderzoek geen exacte geboortedatum kan worden vastgesteld - hetgeen mede blijkt uit het door de man ter zitting van het hof gedane verzoek aan [dochter] het geboortejaar 1982 dan wel 1981 toe te kennen - zou het toekennen van iedere andere geboortedatum dan [in] 1987 inhouden het toekennen van een, hoezeer ook meer waarschijnlijke, willekeurige geboortedatum. Voorts is bij vestiging van [dochter] in Nederland door de man zonder voorbehoud de geboortedatum opgegeven van [in] 1987 en niet van [in] 1982.
6. Dit alles brengt mee dat de bestreden beschikking moet worden bekrachtigd.
7. Het hof ziet voorts geen aanleiding om, zoals door de man is verzocht, de gemeente te veroordelen in de kosten van de procedure en zal deze kosten compenseren.
8. Derhalve dient als volgt te worden beslist.
BESLISSING VAN DE ZAAK IN HOGER BEROEP
Het hof:
bekrachtigt de bestreden beschikking;
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mrs. De Bruijn-Lückers, Labohm en Jansen, bijge-staan door mr. Buiting als griffier, en uitgespro-ken ter openbare terecht-zitting van 3 juli 2002.