ECLI:NL:GHSGR:2002:AE8576
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- F. Fockema Andreae-Hartsuiker
- J. Duindam
- A. van Montfoort
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ondertoezichtstelling van minderjarige na verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 4 september 2002 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [het kind]. De moeder, verzoeker in hoger beroep, had het ouderlijk gezag over [het kind], dat geboren is uit de relatie met de vader, die [het kind] heeft erkend. De Raad voor de Kinderbescherming had op 11 maart 2002 verzocht om [het kind] onder toezicht te stellen van Jeugdzorg, wat door de kinderrechter in de rechtbank te Middelburg op 28 maart 2002 was toegewezen voor de duur van een jaar. De moeder was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting heeft het hof vastgesteld dat de moeder en haar partner samen de opvoeding van [het kind] op zich nemen en dat er een stabiele opvoedingssituatie is. Jeugdzorg heeft erkend dat de situatie in het gezin van de moeder goed is en dat er geen ernstige psychische terugvallen zijn geweest sinds mei 2000. Het hof heeft geconcludeerd dat de wettelijke gronden voor een ondertoezichtstelling niet aanwezig zijn, aangezien de belangen en gezondheid van [het kind] niet ernstig worden bedreigd.
Het hof heeft de bestreden beschikking van de kinderrechter vernietigd en het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming om ondertoezichtstelling alsnog afgewezen. De moeder heeft verzocht om een hernieuwd onderzoek door een deskundige, maar dit verzoek is door het hof afgewezen, omdat de huidige situatie als stabiel wordt beschouwd. De beslissing is genomen in het belang van [het kind], dat in een veilige en stabiele omgeving opgroeit.