ECLI:NL:GHSGR:2002:AF0874
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Dusamos
- A. de Bruijn-Lückers
- J. Labohm
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en alimentatiegeschil tussen echtgenoten met betrekking tot kinderen en woning
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage werd behandeld, gaat het om een echtscheiding tussen een vrouw en een man die in 1973 huwelijkse voorwaarden zijn aangegaan. De man heeft op 20 februari 2001 een verzoek tot echtscheiding ingediend bij de rechtbank te 's-Gravenhage. De vrouw heeft verweer gevoerd en zelfstandig verzoeken ingediend voor nevenvoorzieningen, waaronder kinderalimentatie en partneralimentatie. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de alimentatie voor de vrouw vastgesteld op ƒ 3.566,- per maand en voor de jongste dochter op ƒ 1.350,- per maand, beide bij vooruitbetaling. De vrouw is in hoger beroep gegaan tegen deze beschikking, waarbij zij ook verzocht heeft om de bewoning van de echtelijke woning en de verdeling van de gemeenschappelijke zaken te regelen.
De man heeft incidenteel hoger beroep ingesteld en verzocht om de vrouw niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoeken. Hij heeft ook verzocht om de alimentatie voor de jongste dochter te verlagen. De vrouw heeft in haar grieven aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte de echtscheiding heeft uitgesproken en dat de alimentatie te laag is vastgesteld. Het hof heeft de zaak op 25 oktober 2002 mondeling behandeld, waarbij beide partijen zijn verschenen met hun procureurs.
Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep tegen de echtscheiding en het verzoek om alimentatie voor de jongste dochter. Het hof heeft overwogen dat de vrouw over voldoende financiële middelen beschikt om een passende woonruimte te verwerven en dat de door haar aangevoerde omstandigheden onvoldoende zijn om de verdeling van de echtelijke woning uit te sluiten. De beslissing van de rechtbank is in stand gehouden, en de vrouw is niet ontvankelijk verklaard in haar verzoeken.