ECLI:NL:GHSGR:2002:AF6949
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Tijnagel
- mr. Nederveen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen; toepassing Nedeco-regeling
Op 15 februari 2002 heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage uitspraak gedaan in de zaak van belanghebbende X tegen de Inspecteur van de Belastingdienst. Het beroep van belanghebbende was gericht tegen een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen voor het jaar 1998. De mondelinge behandeling vond plaats op 1 februari 2002 in Middelburg, waar belanghebbende en de Inspecteur, vertegenwoordigd door mevrouw A, aanwezig waren.
Belanghebbende, werkzaam als scheepsbouwkundig bergingsinspecteur, had in 1998 een belastbaar inkomen van ƒ 79.741 opgegeven, rekening houdend met een extra beroepskostenaftrek op basis van de Nedeco-regeling. De Inspecteur had echter de aanslag vastgesteld op ƒ 87.398, na correcties op de aftrek. In geschil was de vraag of voor de berekening van de aftrek op grond van de Nedeco-regeling het aantal kalenderdagen of het aantal werkdagen als basis moest dienen.
Het Gerechtshof oordeelde dat de Inspecteur de kosten correct had berekend op basis van de Nedeco-regeling, die voorschrijft dat de grondslag voor de kostenaftrek wordt berekend op basis van het aantal verblijfsdagen in het buitenland gedeeld door 365 of 366. Het Hof concludeerde dat belanghebbende geen recht had op een hogere aftrek, omdat de regeling een forfaitaire kostenaftrek betreft en de stelling van belanghebbende over ongelijke behandeling niet kon leiden tot een hogere aftrek.
De uitspraak van het Gerechtshof was dat het beroep ongegrond werd verklaard, en er waren geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. Tijnagel, in aanwezigheid van waarnemend griffier mr. Nederveen.