ECLI:NL:GHSGR:2003:731

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
8 april 2003
Publicatiedatum
19 december 2024
Zaaknummer
R03/132
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Simonis
  • M. Aukes-De Vries
  • J. Mijs
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissementsuitspraak inzake lnterrexx Enterprises Ltd. en MBI Beton B.V.

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 8 april 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep over de faillietverklaring van de buitenlandse vennootschap lnterrexx Enterprises Ltd. (UK) door de rechtbank Rotterdam. lnterrexx, vertegenwoordigd door procureur mr. M. Spaa, was in hoger beroep gekomen tegen de beschikking van de rechtbank van 8 januari 2003, waarin de rechtbank zich bevoegd verklaarde om het verzoek van MBI Beton B.V. tot faillietverklaring te behandelen. lnterrexx stelde dat de rechtbank niet bevoegd was, omdat het centrum van haar belangen in het Verenigd Koninkrijk zou liggen. De rechtbank had op 11 februari 2003 lnterrexx in staat van faillissement verklaard, met benoeming van mr. W.J. van Boven als rechter-commissaris en mr. D.J. Willemars als curator.

Tijdens de zitting op 1 april 2003 heeft het hof de argumenten van beide partijen gehoord. lnterrexx voerde aan dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat zij in de toestand verkeerde van te hebben opgehouden te betalen. Het hof heeft echter vastgesteld dat lnterrexx niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar centrum van belangen in het Verenigd Koninkrijk ligt. Bovendien heeft het hof geconcludeerd dat lnterrexx in feite in een toestand van faillissement verkeert, aangezien de pluraliteit van schuldeisers is komen vast te staan. Het hof heeft de beslissingen van de rechtbank bekrachtigd, waarmee de faillietverklaring van lnterrexx is bevestigd.

Uitspraak

Uitspraak: 8 april 2003
Rekestnummer: R03/132
Rekestnr. rechtbank: Ft 02/793 RK
HET GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE, tweede civiele kamer, heeft het volgende arrest gewezen in de zaak van
de buitenlandse vennootschap naar Engels recht Privat Limited Company .(UK)

INTERREXX ENTERPRISES Ltd.,

volgens appellante statutair gevestigd te Cardiff, Verenigd Koninkrijk,
appellante,
hierna te noemen: lnterrexx,
procureur: mr. M. Spaa,
tegen
de besloten vennootschap

MBI Beton [… 1] B.V.,

gevestigd te Veghel, geïntimeerde,
hierna te noemen: MBI,
procureur: mr. W.F.A.A.A.M. van de Pol.

Het geding

Bij beschikking van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 8 januari 2003 heeft de rechtbank zich bevoegd verklaard tot behandeling van het verzoek van MBI tot faillietverklaring van lnterrexx.
Bij vonnis van 11 februari 2003 heeft de rechtbank lnterrexx in staat van faillissement verklaard, met benoeming van mr. W.J. van Boven als rechter­ commissaris en met aanstelling van mr. D.J. Willemars, advocaat en procureur te Rotterdam, tot curator.
lnterrexx is bij verzoekschrift ingekomen ter griffie van het hof op 19 februari 2003 van voornoemde beschikking en vonnis in hoger beroep gekomen en heeft verzocht deze te vernietigen.
MBI heeft bij verweerschrift ingekomen ter griffie van het hof op 31 maart 2003 verweer gevoerd.
De curator heeft bij brief van 21 februari 2003 schriftelijk verslag uitgebracht. De zaak is ter terechtzitting van 1 april 2003 mondeling behandeld, waarbij zijn verschenen: mr. M. Spaa, advocaat te 's-Gravenhage, namens lnterrexx, mr. C.A.M.H. Vink, advocaat te Veghel, namens MBI en de curator voornoemd.

Beoordeling van het hoger beroep

1. lnterrexx heeft verzocht de beslissingen waarvan beroep te vernietigen. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de rechtbank zich ten onrechte bevoegd heeft verklaard tot behandeling van het verzoek van MBI en dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat lnterrexx verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen.
2.1
lnterrexx heeft gesteld dat de rechtbank te Rotterdam niet bevoegd was kennis te nemen van het verzoek van MBI nu de plaats van het centrum van de belangen van lnterrexx, zoals genoemd in artikel 3 van de Europese lnsolventieverordening, niet in Nederland is gelegen maar in het Verenigd Koninkrijk.
2.2
Uit het verhandelde ter terechtzitting en het de aan het hof overgelegde stukken is het volgende gebleken. lnterrexx geeft in haar beroepschrift aan dat de plaats van de statutaire zetel Cardiff is. In het bij het faillissementsrekest gevoegde Company Report van The Netherlands British Chamber of Commerce staat echter Folkestone als registered office vermeld.
2.3
De curator heeft in zijn schrijven van 21 februari 2003 aan het hof het volgende vermeld. Companies House in Cardiff is het centrale register is voor vennootschappen in het Verenigd Koninkrijk en kan derhalve niet worden beschouwd als het centrum van activiteiten van een onderneming. In het Company Report staat lnterrexx vermeld als zijnde een extra-territoria! organisation en de director en de company secretary, die tevens gezamenlijk alle geplaatste aandelen houden, wonen of woonden in Nederland. Voorts heeft de curator aangegeven dat lnterrexx waarschijnlijk niet meer bestaat , en derhalve geen statutaire zetel heeft, nu een zoekopdracht van 20 februari 2003 in de digitale databank van Companies House heeft opgeleverd dat de aldaar gevestigde vennootschap is opgeheven per 3 juli (of 7 maart) 2001.
2.4
Nu ter zitting is betoogd dat de onderhavige appelprocedure plaatsvindt op instructie van [directeur] , de enig bevoegde en in Nederland wonende directeur van lnterrexx in Nederland is het hof, het voorgaande onder 2.2 en 2.3 in aanmerking nemend, van oordeel dat lnterrexx niet aannemelijk heeft gemaakt dat de plaats van het centrum van belangen van lnterrexx is gelegen in het Verenigd Koninkrijk. De rechtbank heeft mitsdien zich terecht bevoegd verklaard om het verzoek van MBI te behandelen.
3.1
lnterrexx heeft voorts gesteld dat zij niet verkeert in de toestand van te hebben opgehouden betalen nu de door MBI aangevoerde steunvordering van Agro-Recup BVBA een vordering is op de bestuurder van lnterrexx, de heer [directeur] , in persoon. Ten aanzien van de tweede door MBI aangevoerde steunvordering heeft lnterrexx gesteld dat de aan het hof overgelegde facturen reeds in 1999 door [… 2] Sloopbedrijf B.V. zijn gecrediteerd. De vordering van MBI is door lnterrexx erkend.
3.2
MBI heeft in haar verweerschrift erkend dat de vordering van Agro-Recup
B.V.B.A. een vordering is op de bestuurder van lnterrexx in persoon, maar dat lnterrexx de facturen van [… 2] voor een bedrag van fl. 16.646,09 (€ 7.553,67) onbetaald laat.
3.3
lnterrexx heeft haar stelling dat de facturen van [… 2] reeds in 1999 heeft gecrediteerd niet met schriftelijk bescheiden onderbouwd. Het hof acht deze stelling dan ook niet aannemelijk geworden.
3.4
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat de pluraliteit van schuldeisers is komen vast te staan en dat lnterrexx verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen.
4. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de bestreden beschikking en het vonnis dienen te worden bekrachtigd.

Beslissing

Het hof:
bekrachtigt de beslissingen van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 8 januari 2003 en 11 februari 2003.
Dit arrest is gewezen door mrs. Simonis, Aukes-De Vries en Mijs en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 april 2003 in aanwezigheid van de griffier.