ECLI:NL:GHSGR:2003:AF5280
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Stille
- A. Kok
- J. Labohm
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een vonnis inzake de uitleg van een testament en de voorwaarden voor erfgenaamschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 29 januari 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uitleg van een testament. De appellant, wonende te Lekkerkerk, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank te 's-Gravenhage van 2 mei 2001. De kern van het geschil betreft de onduidelijkheid van de bewoordingen in de uiterste wil van de erflaatster en de beweegredenen die zij had bij het opstellen van haar testament. De erflaatster had in haar testament twee voorwaarden gesteld voor de erfgenaam, haar zuster, om als erfgenaam te kunnen worden aangesteld. Deze voorwaarden betroffen het voeren van een zelfstandige huishouding en de bekwaamheid om over haar vermogen te beschikken.
De appellant stelde dat de rechtbank ten onrechte had aangenomen dat de bewoordingen in het testament onduidelijk waren en dat de rechtbank de uiterste wil onterecht had uitgelegd. Het hof oordeelde dat de bewoordingen van de voorwaarden in het testament duidelijk waren en dat er geen ruimte was voor uitleg op basis van mogelijke bedoelingen van de erflaatster, aangezien deze niet in het testament waren opgenomen. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en wees de primaire vorderingen van de geïntimeerde af.
Het hof concludeerde dat de grieven van de appellant gegrond waren en dat de geïntimeerde niet onrechtmatig had gehandeld door haar intrek te nemen in een verzorgingshuis. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Het arrest werd uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de rechters M. Stille, A. Kok en J. Labohm aanwezig waren.