ECLI:NL:GHSGR:2003:AF9184

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
19 februari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
646-H-02
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. van den Wildenberg
  • A. Stille
  • J. van Leuven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging van voornaam en vaststelling van vervangende geboorteakte

In deze zaak verzoekt de vrouw, wonende te Hoogvliet, om de vernietiging van een eerdere beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage, waarin haar verzoek tot wijziging van haar voornaam werd afgewezen. De vrouw heeft in hoger beroep gesteld dat er voldoende noodzakelijke gegevens voorhanden zijn om een vervangende geboorteakte vast te stellen. Ze heeft een kopie van haar persoonskaart overgelegd, maar kan het originele afschrift niet verkrijgen vanwege de situatie in Irak. Het hof overweegt dat de vrouw bij Koninklijk Besluit de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen en dat er voldoende bewijs is dat zij staat ingeschreven in het geboorteregister. Het hof concludeert dat de bestreden beschikking moet worden vernietigd en dat de voor het opmaken van de geboorteakte noodzakelijke gegevens vastgesteld moeten worden. De vrouw heeft een sterke emotionele band met haar overleden tante, die haar heeft verzocht haar voornaam aan te nemen, wat haar psychisch belast. Het hof oordeelt dat het verzoek tot wijziging van de voornaam gegrond is en gelast de wijziging van de voornaam van de vrouw van [voornaam] naar [voornaam1]. De beschikking is uitgesproken op 19 februari 2003 door het Gerechtshof 's-Gravenhage, waarbij de rechters M. van den Wildenberg, A. Stille en J. van Leuven betrokken waren.

Uitspraak

Uitspraak : 19 februari 2003
Rekestnummer : 646-H-02
Rekestnr. rechtbank : 01-176
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE
FAMILIEKAMER
B e s c h i k k i n g
in de zaak van
[verzoekster]
wonende te Hoogvliet, gemeente Rotterdam,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
procureur mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt.
PROCESVERLOOP
De vrouw is op 10 september 2002 in hoger beroep gekomen van de beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage van 10 juni 2002.
Van de zijde van de vrouw zijn bij het hof aanvullende stukken ingekomen bij brief van 27 november 2002.
Op 22 januari 2003 is de zaak mondeling behandeld. Verschenen zijn: de vrouw, bijgestaan door mr. P.A. den Hollander, advocate te Hoogvliet. Ter terechtzitting is de vrouw bijgestaan door een tolk, mevrouw J. Lakjaa. Het openbaar ministerie, vertegenwoordigd door de advocaat-generaal mr. J.P. Wittop Koning, heeft schriftelijk geconcludeerd.
VASTSTAANDE FEITEN
Op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzit-ting staat - voor zover in hoger beroep van belang - tussen de partijen het volgende vast.
Bij verzoekschrift dat op 5 januari 2001 bij de rechtbank te 's-Gravenhage is ingekomen heeft de vrouw verzocht haar voornaam [voornaam] te wijzigen in [voornaam1].
Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank het verzoek van de vrouw afgewezen.
BEOORDELING
1. De vrouw verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en opnieuw beschikkende:
- te bepalen dat er voldoende noodzakelijke gegevens voorhanden zijn voor het vaststellen van een vervangende geboorteakte;
- en voorts:
primair: op grond van deze gegevens een vervangende geboorteakte vast te stellen
en alsnog te beslissen op het door de vrouw in eerste aanleg ingediende verzoek tot
wijziging van haar voornaam;
subsidiair: te bepalen dat de rechtbank op grond van deze gegevens een vervangende
geboorteakte dient vast te stellen en alsnog dient te beslissen op het door de vrouw in
eerste aanleg ingediende verzoek tot wijziging van haar voornaam.
2. De vrouw is van mening dat er voldoende noodzakelijke gegevens ex artikel 1:25c BW voorhanden zijn, op basis waarvan een vervangende geboorteakte kan worden vastgesteld.
3. Het openbaar ministerie heeft schriftelijk geconcludeerd tot ongegrond verklaring van het hoger beroep van de vrouw en heeft verzocht de bestreden beschikking te bekrachtigen.
4. Het hof overweegt als volgt. Aan de orde is een verzoek tot wijziging van de voornaam van verzoekster op grond van artikel 1:4 BW. De vrouw heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat zij is opgevoed door een ongetrouwde tante, die de voornaam [voornaam1] droeg. Na haar huwelijk heeft de vrouw deze tante in huis genomen. Zij heeft steeds een nauwe band met haar tante gehad. Kort voor haar overlijden heeft deze tante de vrouw verzocht haar voornaam aan te nemen. Verzoekster voelt een zware verplichting op zich rusten om aan het verzoek van haar tante te voldoen. Zij stelt met psychische problemen te kampen doordat zij haar voornaam niet officieel kan wijzigen zoals thans in rechte verzocht.
5. Het hof is van oordeel dat het verzoek voor toewijzing vatbaar is, nu gebleken is van voldoende zwaarwichtig belang bij het verzoek tot voornaamswijziging.
6. Aangezien verzoekster geboren is buiten Nederland zal het hof de in artikel 1:25c BW voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens dienen vast te stellen indien aan de in laatstgenoemd artikel gestelde voorwaarden is voldaan.
7. Met betrekking tot het overleggen van een akte van geboorte overeenkomstig de plaatselijke voorschriften overweegt het hof als volgt.
Uit de in hoger beroep overgelegde aanvullende stukken blijkt dat bij gelegenheid van de geboorte van de vrouw bij de aangifte daarvan door de burgerlijke stand in Irak - zoals aldaar gebruikelijk - een zogenaamde persoonskaart is opgemaakt. De vrouw is thans alleen nog in bezit van een kopie van haar persoonskaart. Het is voor haar onmogelijk een origineel afschrift van haar persoonskaart op te vragen bij de Irakese autoriteiten, mede door de recente oorlog in haar geboorteland. Uit de door de vrouw overgelegde verklaring van het Directoraat van Nationaliteit en Burgerzaken/Alkarkh (Irak) van 14 juli 1995 blijkt dat de vrouw staat ingeschreven in het geboorteregister van de burgerlijke stand. Dit geldt als een bevestiging dat er bij de geboorte van de vrouw een persoonskaart is opgemaakt. Hiermee staat naar het oordeel van het hof voldoende vast dat de vrouw niet de vereiste akte van geboorte kan overleggen. Met betrekking tot het Nederlanderschap constateert het hof dat de vrouw bij Koninklijk Besluit van 13 oktober 2000 de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen door naturalisatie.
Tot slot overweegt het hof in dit verband dat op grond van de wijziging van de voornaam overeenkomstig artikel 1:4 lid 4 BW een latere vermelding aan de akte van geboorte moet worden toegevoegd.
8. Mitsdien zal het hof de voor het opmaken van een geboorteakte de noodzakelijke gegevens vaststellen voor zover daarvoor aanwijzingen zijn verkregen, zoals hierna in het dictum vermeld. Dit brengt mee dat de bestreden beschikking dient te worden vernietigd.
BESLISSING
Het hof:
vernietigt de bestreden beschikking en opnieuw beschik-kende:
stelt vast dat de voor het opmaken van de geboorteakte van de vrouw noodzakelijke gegevens luiden:
- geslachtsnaam: [verzoekster]
- voornaam: [voornaam]
- dag van geboorte: [datum]
- geboorteplaats: Bagdad (Irak)
- geslacht: vrouwelijk
- voornaam vader: [voornaam]
- achternaam vader: [verzoekster]
- voornaam moeder: [voornaam]
- achternaam moeder: [naam]
gelast de wijziging van de voornaam van verzoekster van [voornaam] in [voornaam1];
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking - en voorzover daartegen geen cassatie is ingesteld - een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente
's-Gravenhage.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Van den Wildenberg, Stille en Van Leuven, bijge-staan door mr. Visser als griffier, en uitgespro-ken ter openbare terecht-zitting van 19 februari 2003.