ECLI:NL:GHSGR:2003:AF9374
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Schuurman
- A. Bergman
- Rechtspraak.nl
Belastingaanslag en kilometeradministratie van een verkoper in de scheepvaart
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 9 april 2003 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende, een verkoper van technische scheepvaartartikelen, tegen de uitspraak van de Inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft een geschil over de correctie van het privégebruik van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto en de daaruit voortvloeiende belastingaanslag voor het jaar 1999. Belanghebbende had in zijn aangifte inkomstenbelasting een nihil-privévoordeel opgegeven, maar de Inspecteur had een correctie van ƒ 8.346 aangebracht, wat leidde tot een belastbaar inkomen van ƒ 51.768. Na bezwaar van belanghebbende werd deze correctie teruggebracht tot ƒ 2.782, maar het belastbare inkomen bleef vastgesteld op ƒ 48.986.
Tijdens de mondelinge behandeling op 26 maart 2003 in Middelburg heeft belanghebbende zijn kilometeradministratie overgelegd, waarin hij zijn ritten had geregistreerd. Hij stelde dat hij zijn auto voornamelijk voor zakelijke doeleinden gebruikte en dat de administratie onvolkomenheden vertoonde. De Inspecteur betwistte de juistheid van de kilometeradministratie en stelde dat belanghebbende geen bewijs had geleverd voor het privégebruik van de auto.
Het Hof oordeelde dat belanghebbende met zijn kilometeradministratie en de toelichting ter zitting voldoende bewijs had geleverd dat de auto op jaarbasis voor minder dan 1000 kilometer voor privédoeleinden was gebruikt. Het Hof nam daarbij in overweging dat belanghebbende eigenaar was van twee andere auto's en dat hij in de onderhavige periode geen vakantiedagen had opgenomen. Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de eerdere uitspraak en stelde het belastbare inkomen vast op ƒ 43.422. Tevens werd de Staat der Nederlanden gelast het griffierecht van € 29 aan belanghebbende te vergoeden. De uitspraak werd in het openbaar uitgesproken door mr. Schuurman, in tegenwoordigheid van waarnemend griffier mr. Bergman.