ECLI:NL:GHSGR:2003:AF9608
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Dusamos
- A. Gerretsen-Visser
- C. Pannekoek-Dubois
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van Nederlands recht op echtscheiding tussen Marokkaanse echtgenoten
In deze zaak gaat het om de vraag of het Nederlands recht van toepassing is op de echtscheiding van een Marokkaans echtpaar, de man en de vrouw, die beiden de Marokkaanse nationaliteit bezitten. De man heeft verzocht om de bestreden beschikking van de rechtbank te vernietigen en het verzoek van de vrouw tot toepassing van het Nederlands recht op de echtscheiding af te wijzen. De vrouw heeft hiertegen verweer gevoerd. De man stelt dat het huwelijk in Marokko naar islamitisch recht is gesloten en dat de banden met Marokko het grootst zijn, terwijl de vrouw aanvoert dat haar werkelijke maatschappelijke band met Marokko ontbreekt, aangezien zij ook de Nederlandse nationaliteit heeft en in Nederland is opgegroeid.
Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw, ondanks haar Marokkaanse nationaliteit, geen werkelijke maatschappelijke band met Marokko heeft. Dit is gebaseerd op haar leven in Nederland, waar zij onderwijs heeft gevolgd en werkt. De man, die in 1997 illegaal naar Nederland kwam en in 1999 werd uitgezet naar Marokko, heeft in 2000 opnieuw naar Nederland gereisd. Het hof concludeert dat op basis van artikel 1 lid 1 van de Wet Conflictenrecht, het recht van toepassing is van het land waar partijen hun gewone verblijfplaats hebben, in dit geval Nederland.
De man heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank te Rotterdam aangevochten, die op 28 november 2001 de echtscheiding naar Nederlands recht had uitgesproken. Het hof heeft de zaak op 6 november 2002 mondeling behandeld en vastgesteld dat er geen uitzicht meer is op herstel van de echtelijke verhoudingen. De duurzame ontwrichting van het huwelijk is als vaststaand aangenomen. Het hof bekrachtigt de bestreden beschikking en bevestigt de toepassing van het Nederlands recht op de echtscheiding.