ECLI:NL:GHSGR:2003:AG1750

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
16 april 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
463-R-02
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Stille
  • A. Fockema Andreae-Hartsuiker
  • P. Punselie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Legalisatie van buitenlandse geboorteakten en gevolgen van niet-overlegging van gegevens

In deze zaak gaat het om de legalisatie van buitenlandse geboorteakten en de gevolgen van het niet-overleggen van gegevens zoals bedoeld in artikel 36, lid 2 onder c van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. De appellant, een man uit Rotterdam, heeft in hoger beroep beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank te Rotterdam. De man is geregistreerd als weduwnaar en heeft meerdere verzoeken tot legalisatie van geboorte- en huwelijksakten ingediend bij de Nederlandse ambassade in Islamabad, Pakistan. De gemeente Rotterdam heeft geweigerd om de persoonsgegevens van de man te wijzigen, wat heeft geleid tot het hoger beroep.

De man heeft in zijn hoger beroep verzocht om de beslissingen van de gemeente te vernietigen en om de inschrijving van de geboorteakten van zijn kinderen te realiseren. Tijdens de zitting heeft de man zijn verzoek tot inschrijving van de geboorteakten van twee kinderen ingetrokken. Het hof heeft vastgesteld dat de man niet in staat is geweest om de benodigde legalisatiedossiers te overleggen, omdat de ambassade in Pakistan gesloten is. Het hof heeft geoordeeld dat de man in gebreke is gebleven in het overleggen van de vereiste stukken en heeft daarom het verzoek van de man afgewezen. De bestreden beschikking van de rechtbank is bekrachtigd.

De uitspraak is gedaan op 16 april 2003 door het Gerechtshof 's-Gravenhage, waarbij de rechters M. Stille, A. Fockema Andreae-Hartsuiker en P. Punselie aanwezig waren. De zaak is behandeld met bijstand van mr. Groenleer als griffier. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig overleggen van relevante documenten in procedures omtrent de wijziging van persoonsgegevens en de inschrijving van geboorteakten.

Uitspraak

Uitspraak : 16 april 2003
Rekestnummer : 463-R-02
Rekestnr. rechtbank : FA RK 01-1739
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE
FAMILIEKAMER
B e s c h i k k i n g
in de zaak van
[appellant],
wonende te Rotterdam,
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
procureur mr. L.M. Bruins.
Als belanghebbende is aangemerkt:
[verweerster],
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de gemeente,
gemachtigde: L.H. Drost,
procureur: mr. R.Th.R.F. Carli.
PROCESVERLOOP
De man is op 25 juni 2002 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 25 maart 2002 van de rechtbank te Rotterdam.
De gemeente heeft op 31 december 2002 een verweerschrift ingediend.
Van de zijde van de man zijn bij het hof op 20 november 2002 aanvullende stukken ingekomen.
Van de zijde van de gemeente is bij het hof op 7 februari 2003 een brief met bijlage ingekomen.
Op 12 maart 2003 is de zaak mondeling behandeld. Verschenen zijn: de man, bijgestaan door zijn advocaat mr. D. Schaap en een tolk in het Urdu. Namens de gemeente zijn verschenen de gemachtigde en de procureur en namens het openbaar ministerie de advocaat-generaal mr. J.P. Wittop Koning.
VASTSTAANDE FEITEN
Op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting staat - voor zover in hoger beroep van belang - het volgende vast.
In de basisadministratie van de gemeente Rotterdam staat de man geregistreerd als:
- naam: [appellant], geboren op [geboortedatum] te K[geboorteplaats], weduwnaar van [de vrouw];
- nationaliteit: Pakistaans en Nederlands.
Legalisatieprocedure A
Op 18 oktober 1999 heeft de man bij de Nederlandse ambassade in Islamabad (Pakistan) verzocht om legalisatie van de volgende akten:
- de geboorteakte van de man;
- de geboorteakte van [huidige vrouw], hierna te noemen: de vrouw;
- de geboorteakt[kind] [kind];
- de geboorteakte van [kind];
- de geboorteakte van [kind], en
- de akte van het huwelijk van de man en de vrouw gesloten op [datum]
Bij beschikking van de Minister van Buitenlandse zaken van 9 oktober 2000 is de geboorteakte van [kind] gelegaliseerd en is legalisatie van de overige akten geweigerd. Hiertegen is binnen 6 weken na de dag van uitreiking bezwaar mogelijk. De man heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
Bij beslissing van 12 januari 2001 heeft de gemeente de man medegedeeld dat de gemeente definitief niet overgaat tot wijziging van zijn persoonsgegevens, in die zin dat de man gehuwd zou zijn met de vrouw.
Tegen deze beslissing heeft de man bij beroepschrift dat op 20 februari 2001 bij de rechtbank te Rotterdam is ingekomen beroep ingesteld.
Legalisatieprocedure B
Op 12 december 2000 heeft de man opnieuw bij de Nederlandse ambassade in Islamabad (Pakistan) verzocht om legalisatie. Het betreft de volgende akten:
- de geboorteakte van [kind]]
- de geboorteakte van [kind], en
- de akte van het huwelijk van de man en de vrouw gesloten op 4 januari 1989.
Bij beschikking van de Minister van Buitenlandse zaken van 18 april 2001 is wederom legalisatie van deze akten geweigerd.
Bij beslissing van 9 augustus 2001 heeft de gemeente de man medegedeeld dat de gemeente definitief niet overgaat tot wijziging van zijn persoonsgegevens, in die zin dat de man gehuwd zou zijn met de vrouw.
Tegen deze beslissing heeft de man bij beroepschrift dat op 18 september 2001 bij de rechtbank te Rotterdam is ingekomen beroep ingesteld.
Bij de bestreden beschikking zijn de beroepen van de man tegen de beslissingen van de gemeente van 12 januari 2001 respectievelijk 9 augustus 2001 ongegrond verklaard.
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
1. De man verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw beschikkende, de beslissingen van de gemeente van 12 januari 2001 en 9 augustus 2001 te vernietigen en de gemeente op te dragen om in de persoonslijst van de man op te nemen dat hij is gehuwd met de vrouw, alsmede over te gaan tot inschrijving van de geboorteakten van [kind] en [kind]. De gemeente bestrijdt zijn beroep gemotiveerd. Ter zitting heeft de man zijn verzoek tot inschrijving van de geboorteakte van [kind] en [kind] ingetrokken.
2. De man is in tegenstelling tot de rechtbank van mening dat hij zijn stellingen wel met feiten heeft onderbouwd. Hij is voornemens nader bewijs over te leggen in de vorm van de legalisatiedossiers. Hij is er tot op heden echter nog niet in geslaagd deze stukken te bemachtigen, omdat de Nederlandse ambassade in Pakistan al geruime tijd is gesloten. Ter zitting verzoekt hij de mondelinge behandeling van de zaak in afwachting van de legalisatiedossiers aan te houden.
3. Het hof acht het gelet op de verklaringen van de advocaat van de man ter zitting niet aannemelijk dat de legalisatiedossiers op korte termijn beschikbaar komen, zodat het hof geen aanleiding ziet de behandeling van de zaak aan te houden. Nu de man in gebreke is gebleven de stukken als bedoeld in artikel 36 lid 2 onder c van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens over te leggen, zal het hof het verzoek van de man afwijzen. Derhalve dient de bestreden beschikking te worden bekrachtigd.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
bekrachtigt de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Stille, Fockema Andreae-Hartsuiker en Punselie, bijge-staan door mr. Groenleer als griffier en uitgespro-ken ter openbare terecht-zitting van 16 april 2003.