ECLI:NL:GHSGR:2003:AH9666
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Schuurman
- J. Otto
- Rechtspraak.nl
Toepassing van tariefgroep 5 voor de aanvullende alleenstaande-oudertoeslag in de inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 11 juni 2003, staat de vraag centraal of de belanghebbende recht heeft op toepassing van tariefgroep 5 (aanvullende alleenstaande-oudertoeslag) voor de inkomstenbelasting over het jaar 2000. De Inspecteur had de belanghebbende ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaar, wat het Hof in zijn uitspraak corrigeert. Het Hof oordeelt dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij een van haar kinderen in belangrijke mate heeft onderhouden, wat een voorwaarde is voor het verkrijgen van de aanvullende alleenstaande-ouderaftrek. De uitspraak van de Inspecteur wordt vernietigd, maar het bezwaar van de belanghebbende wordt afgewezen.
De belanghebbende had een bezwaarschrift ingediend tegen de aanslag in de inkomstenbelasting, gedateerd op 13 december 2001, en dit was tijdig ontvangen door de Inspecteur. Het Hof stelt vast dat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat zij recht had op kinderbijslag en dat haar bijdrage in het levensonderhoud van haar kinderen niet aan de vereisten voldeed. De Inspecteur had gemotiveerd betwist dat de belanghebbende aan de voorwaarden voor de alleenstaande-ouderaftrek voldeed, en het Hof oordeelt dat de belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stellingen.
De uitspraak van het Hof concludeert dat de belanghebbende terecht in tariefgroep 2 is ingedeeld en dat het beroep in zoverre faalt. De kosten van het beroep worden vastgesteld op € 16,50, en de Staat der Nederlanden wordt aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden. De mondelinge uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de belanghebbende en haar bijstand, evenals de vertegenwoordiger van de Inspecteur.