ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1153
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- F. Fockema Andreae-Hartsuiker
- J. Duindam
- A. van Leuven
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uithuisplaatsing en ouderlijk gezag
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 9 juli 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [kind]. De moeder van [kind] was ontheven van het ouderlijk gezag en had op 14 maart 2003 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank te Rotterdam van 18 december 2002, die de machtiging tot uithuisplaatsing had verlengd. De moeder was bij beschikking van 4 mei 1999 ontheven van het ouderlijk gezag over [kind], en Jeugdzorg was met de voogdij belast. Hierdoor was de moeder niet bevoegd om verzoeken te doen met betrekking tot de uithuisplaatsing van [kind].
Tijdens de behandeling van de zaak op 9 juli 2003 was alleen de moeder aanwezig, terwijl Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming niet ter zitting verschenen. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder, gezien haar ontheffing van het ouderlijk gezag, niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. De beslissing over de uithuisplaatsing heeft geen rechtstreekse betrekking op haar rechten en verplichtingen, waardoor zij niet ontvankelijk is in haar hoger beroep.
Het hof heeft geconcludeerd dat er geen nieuwe omstandigheden zijn die de ontvankelijkheid van de moeder in het hoger beroep zouden kunnen rechtvaardigen. De uitspraak van het hof was dan ook dat de moeder niet-ontvankelijk werd verklaard in haar hoger beroep.