ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1544
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Kok
- A. van den Wildenberg
- J. Labohm
- Rechtspraak.nl
Huwelijkse voorwaarden en verdeling beperkte gemeenschap bij echtscheiding
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 20 augustus 2003, gaat het om de echtscheiding van een echtpaar dat onder huwelijkse voorwaarden met koude uitsluiting was gehuwd. De man heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken en om kinderalimentatie vast te stellen. De vrouw heeft zelfstandig verzocht om een hogere alimentatie en om een terugvordering van privé-inbreng uit de gemeenschap. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de alimentatie voor de vrouw vastgesteld op € 809,60 per maand, evenals de verdeling van de voormalige echtelijke woning. De vrouw is het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de vrouw recht heeft op een bedrag van € 142.940,77 uit de overwaarde van de woning, die zij heeft gefinancierd met privé-middelen. Het hof oordeelt dat de man geen aanspraak kan maken op een deel van de verkoopopbrengst van de woning die uitsluitend aan de vrouw toebehoort. De alimentatie voor de vrouw wordt vastgesteld op € 225,- per maand, wat lager is dan het door de vrouw gevraagde bedrag. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank gedeeltelijk vernietigd en de alimentatie en verdeling van de woning opnieuw vastgesteld, waarbij de vrouw een aanzienlijk bedrag uit de overwaarde van de woning toekomt.
De uitspraak benadrukt de gevolgen van huwelijkse voorwaarden en de rechten van partijen bij de verdeling van gemeenschappelijk vermogen. Het hof heeft de alimentatie en de verdeling van de woning opnieuw beoordeeld en de eerdere beslissing van de rechtbank gecorrigeerd, waarbij het belang van de vrouw in de overwaarde van de woning werd erkend.