ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1828
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. de Bruijn-Lückers
- A. Pannekoek-Dubois
- J. Labohm
- Rechtspraak.nl
Toekenning van gezamenlijk gezag aan moeder en partner in het belang van de minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 27 augustus 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van gezamenlijk gezag aan de moeder en haar partner over hun minderjarige kind. De vader, die de biologische vader is van de minderjarige, heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage van 9 april 2003 aangevochten, waarin de moeder en haar partner gezamenlijk het gezag over de minderjarige was toegekend. De vader heeft zijn bezwaren geuit tegen deze beslissing, stellende dat het toekennen van gezamenlijk gezag aan de moeder en haar partner een inbreuk vormt op zijn recht op eerbiediging van family-life zoals bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Het hof heeft overwogen dat de minderjarige sinds haar derde levensjaar is verzorgd en opgevoed door de moeder en haar partner, met wie zij in juli 2001 is gehuwd. De vader en de minderjarige hebben een goede omgang met elkaar, maar de feitelijke situatie is dat de minderjarige bij de moeder en haar partner woont. Het hof heeft geoordeeld dat het verzoek van de moeder en haar partner voldoet aan de eisen van artikel 1:253t BW en dat er geen gegronde vrees bestaat dat de belangen van de minderjarige verwaarloosd zullen worden.
De vader heeft ook een beroep gedaan op artikel 1:253o BW en verwezen naar een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, maar het hof heeft geoordeeld dat deze artikelen niet van toepassing zijn in deze zaak. De ouders hebben nooit gezamenlijk gezag over de minderjarige gehad, en de moeder heeft van rechtswege het eenhoofdig gezag. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd en het verzoek van de vader afgewezen, waarbij het belang van de minderjarige voorop stond.