ECLI:NL:GHSGR:2003:AL3143
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. van den Wildenberg
- J. Stille
- M. Labohm
- Rechtspraak.nl
Uitleg van een beding in het kader van de vereffening van een algehele gemeenschap van goederen
In deze zaak gaat het om de uitleg van een beding dat is overeengekomen in het kader van de vereffening van een algehele gemeenschap van goederen tussen een vrouw en een man, die gehuwd waren. De vrouw, hierna aangeduid als appellant, is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank te 's-Gravenhage, waarin de rechtbank de interpretatie van de man volgde. De vrouw en de man waren gehuwd in algehele gemeenschap van goederen en hadden afspraken gemaakt over de verdeling van lijfrenteverzekeringen. De vrouw stelde dat zij recht had op de helft van het uitgekeerde bedrag van de Aegon-lijfrenteverzekering, terwijl de rechtbank oordeelde dat zij slechts recht had op een veel lager bedrag en dat zij een terugbetaling aan de man diende te doen.
De vrouw heeft in hoger beroep zes grieven aangevoerd en volhard in haar standpunt dat de tekst van het beding geen andere interpretatie toelaat dan dat zij recht heeft op de helft van het uitgekeerde bedrag. Het hof heeft vastgesteld dat de man inmiddels was overleden en dat de erven verstek hadden laten gaan. Na beoordeling van de grieven van de vrouw, concludeerde het hof dat de vordering van de vrouw niet onrechtmatig of ongegrond was. Het hof heeft het bestreden vonnis vernietigd en de vordering van de man in eerste aanleg alsnog afgewezen. Tevens heeft het hof besloten om de kosten van het geding te compenseren, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen op 8 januari 2003 door de rechters A. van den Wildenberg, J. Stille en M. Labohm, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting, in aanwezigheid van griffier mr. Arnbak-d'Aulnis de Bourouill.