ECLI:NL:GHSGR:2003:AL3144
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van den Wildenberg
- A. Gerretsen-Visser
- C. de Bruijn-Lückers
- Rechtspraak.nl
Inning van ouderbijdrage door het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, ging het om de inning van een ouderbijdrage door het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO). Het hof behandelde het hoger beroep van het LBIO tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin de moeder was veroordeeld in de kosten van de procedure. Het LBIO stelde dat de moeder te laat had gereageerd op verzoeken om informatie die essentieel waren voor de vaststelling van de ouderbijdrage. De moeder had pas na ontvangst van een dwangbevel de benodigde gegevens overgelegd, wat volgens het LBIO had geleid tot onnodige kosten voor de procedure. De moeder daarentegen betwistte de claims van het LBIO en stelde dat het LBIO ten onrechte als de in het ongelijk gestelde partij was veroordeeld.
Het hof oordeelde dat de moeder niet tijdig had gereageerd op de verzoeken van het LBIO en dat zij daardoor de kosten van de procedure over zichzelf had afgeroepen. Het hof concludeerde dat het LBIO niet de in het ongelijk gestelde partij was, aangezien het pas tijdens de procedure ontdekte dat de moeder geen kinderbijslag had ontvangen, wat invloed had op de vordering. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en veroordeelde de moeder in de kosten van het geding in beide instanties.
De uitspraak werd gedaan op 15 januari 2003, waarbij het hof de kosten aan de zijde van het LBIO op nihil begrootte, omdat het LBIO geen specificatie van de kosten had overgelegd. De beslissing benadrukt het belang van tijdige communicatie en het verstrekken van relevante informatie in juridische procedures.