ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9049
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Dusamos
- M. Kok
- J. van der Burght
- Rechtspraak.nl
Toepasselijk recht op echtscheiding voor partijen met zowel Nederlandse als Marokkaanse nationaliteit
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van een vrouw tegen een beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage. De vrouw, die zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit heeft, verzocht de rechtbank om de echtscheiding op grond van het Marokkaanse recht uit te spreken. De man, ook met dubbele nationaliteit, voerde verweer tegen dit verzoek. De rechtbank had eerder de echtscheiding naar Nederlands recht uitgesproken. De vrouw kwam in hoger beroep op 9 december 2002, na de beschikking van de rechtbank op 21 oktober 2002. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 augustus 2003 waren beide partijen aanwezig, bijgestaan door hun respectieve advocaten en een tolk.
Het hof oordeelde dat, gezien de dubbele nationaliteit van beide partijen, de effectiviteitstoets van toepassing is. Dit houdt in dat moet worden vastgesteld met welk land, Nederland of Marokko, de partijen de sterkste banden hebben. Het hof concludeerde dat de man, die al meer dan 30 jaar in Nederland woont en daar zijn inkomen verdient, de sterkste banden met Nederland heeft. De vrouw, die in Nederland een opleiding volgt en na de scheiding in Nederland wil blijven, heeft eveneens de Nederlandse nationaliteit als haar effectieve nationaliteit. Het hof oordeelde dat de rechtbank op goede gronden had overwogen dat de Nederlandse nationaliteit voor beide partijen de meest effectieve nationaliteit is.
Uiteindelijk bekrachtigde het hof de bestreden beschikking van de rechtbank, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en verwierp het de argumenten van de vrouw. De beslissing van het hof bevestigt de toepassing van het Nederlands recht op de echtscheiding, ondanks de verzoeken van de vrouw om het Marokkaanse recht toe te passen.