ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9053
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. van den Wildenberg
- M. de Bruijn-Lückers
- J. Labohm
- Rechtspraak.nl
Herroeping van eerdere arresten in civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 20 augustus 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herroeping van eerdere arresten. De man, eiser in deze procedure, heeft herroeping gevorderd van vier tussenarresten die eerder door het hof zijn gewezen onder rolnummer 96/63. De vrouw, gedaagde, heeft de vordering tot herroeping bestreden. Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van het griffiedossier en de argumenten van beide partijen.
De man baseerde zijn vordering tot herroeping op een rapport van een forensische schriftexpert, dat dateert van 26 september 1994. Hij stelde dat de vrouw mogelijk bedrog heeft gepleegd met betrekking tot haar handtekening onder een document van 7 september 1988. De vrouw heeft echter verklaard dat zij het originele stuk nooit eerder heeft gezien en dat de handtekening niet van haar afkomstig is. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van een nieuw feit dat de herroeping zou rechtvaardigen, aangezien de man al op de hoogte was van de relevante informatie sinds 29 september 1994.
Het hof concludeerde dat de vordering tot herroeping niet kon worden toegewezen, omdat niet was voldaan aan de voorwaarden van artikel 382 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De procedure werd als nodeloos beschouwd, en de man werd veroordeeld in de kosten van het geding, die aan de zijde van de vrouw tot deze uitspraak waren begroot op € 1.001,-. Het hof wees de vordering van de man af en bevestigde de eerdere arresten.