ECLI:NL:GHSGR:2003:AN7580

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
12 november 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
187-R-03
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. van den Wildenberg
  • M. Gerretsen-Visser
  • J. Punselie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot overheveling van vermogen door curatrice ter besparing van successierechten

In deze zaak heeft de curatrice op 5 maart 2003 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank te Rotterdam, die op 16 december 2002 een verzoek van de curatrice had afgewezen. De curatrice vroeg om toestemming om een aanzienlijk deel van het vermogen van de onder curatele gestelde, dat ongeveer € 550.000,- bedroeg, over te hevelen naar haarzelf en haar zuster. Dit verzoek was ingegeven door de wens om successierechten te besparen. De kantonrechter had eerder toestemming verleend voor jaarlijkse belastingvrije schenkingen, maar de curatrice wilde nu een grotere som in één keer overhevelen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 15 oktober 2003 was de curatrice aanwezig, bijgestaan door haar advocate. Het hof heeft vastgesteld dat de onder curatele gestelde over een aanzienlijk vermogen beschikt en dat dit vermogen nog steeds toeneemt. De onder curatele gestelde heeft een netto inkomen van € 3.500,- per maand, terwijl haar uitgaven minimaal zijn. Het hof oordeelde dat het verzoek van de curatrice voldoende grond had om toegewezen te worden, maar verbond hieraan voorwaarden om de schenkingen te reguleren.

Het hof heeft bepaald dat de schenkingen bij notariële akte moeten plaatsvinden en dat deze niet in enige gemeenschap van goederen mogen vallen. Daarnaast moeten de schenkingen aan de zuster van de curatrice worden aangewend voor haar dagelijks leven en niet voor vermogensvorming. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en het verzoek van de curatrice onder de gestelde voorwaarden toegewezen, met de verklaring dat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is.

Uitspraak

Uitspraak : 12 november 2003
Rekestnummer : 187-R-03
Rekestnr. rechtbank : 444149/02-900
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE
FAMILIEKAMER
B e s c h i k k i n g
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [x],
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de curatrice,
procureur mr. P.H. Mahieu.
Als belanghebbenden zijn aangemerkt:
1. [benadeelde partij],
wonende te [x],
hierna te noemen: de onder curatele gestelde,
2. [benadeelde partij],
wonende te [x],
hierna te noemen de : de zuster van de curatrice.
PROCESVERLOOP
De curatrice is op 5 maart 2003 in hoger beroep gekomen van de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank te Rotterdam, vestiging Schiedam, van 16 december 2002.
Van de zijde van de curatrice zijn op 9 oktober 2003 aanvullende stukken ingekomen.
Op 15 oktober 2003 is de zaak mondeling behandeld. De curatrice is verschenen, bijgestaan door haar advocate mr. V.M. Vermaas.
VASTSTAANDE FEITEN
Op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting staat - voor zover in hoger beroep van belang - het volgende vast.
Bij beschikking van 18 oktober 1993 heeft de rechtbank te [x] de onder curatele gestelde wegens een geestelijke stoornis onder curatele van de curatrice gesteld.
Op 29 augustus 2000 heeft de kantonrechter te [y] de curatrice toestemming verleend tot het doen van een jaarlijkse belastingvrije schenking uit het vermogen van de onder curatele gestelde aan haarzelf en haar zuster.
Op 13 november 2002 heeft de curatrice de kantonrechter in de rechtbank te [x], vestiging [y], verzocht haar te machtigen om het vermogen van de onder curatele gestelde toen ongeveer € 550.000,- groot, voor een gedeelte van € 500.000,- over te hevelen naar haar en haar zuster ter besparing van successierechten.
Bij de bestreden beschikking is het verzoek van de curatrice afgewezen.
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
1. De curatrice verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw beschikkende, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, primair machtiging te verlenen om het vermogen van de onder curatele gestelde groot € 550.000,- in drie fases over te hevelen naar de curatrice en haar zuster, in die zin dat in jaar 1 en 2 ieder een bedrag van € 100.000,- krijgt geschonken en in jaar 3 ieder een bedrag van € 75.000,-, en subsidiair een machtiging te verlenen voor een zodanig gefaseerde schenking als het hof juist acht.
2. Vast staat dat de onder curatele gestelde over een aanzienlijk vermogen beschikt en dat dit vermogen nog steeds toeneemt. Immers, de onder curatele gestelde heeft maandelijks meer inkomsten dan uitgaven, aangezien zij een inkomen van € 3.500,- netto per maand geniet, waarvan ongeveer € 500,- aan het BAVO-ziekenhuis wordt afgedragen ter bestrijding van haar noodzakelijke uitgaven. Zij heeft als gevolg van haar psychische stoornis en haar verblijf in een psychiatrische kliniek slechts een minimaal uitgavenpatroon. Door het grootste gedeelte van haar vermogen reeds bij leven van de onder curatele gestelde middels schenkingen over te hevelen aan de curatrice en haar zuster wordt een fiscaal voordeel behaald, aangezien de in dat geval thans te betalen schenkingsrechten lager uitvallen dan de in de toekomst te betalen successierechten, hetgeen volgt uit de door de curatrice overgelegde berekening van haar financieel adviseurs. Bovendien kunnen de curatrice en haar zuster het geld goed gebruiken. Onder deze omstandigheden acht het hof voldoende grond aanwezig om het primaire verzoek van de curatrice toe te wijzen. Het hof zal daaraan echter in het belang van de curatrice en haar zuster de onder rechtsoverweging 3 en 4 opgenomen voorwaarden verbinden.
3. De curatrice is in die hoedanigheid bevoegd aan de schenkingen die zij namens de onder curatele gestelde doet voorwaarden te verbinden. Gelet op deze mogelijkheid verbindt het hof aan toewijzing van het primaire verzoek van de curatrice de voorwaarde dat de schenkingen dienen te worden gedaan bij notariële akte, waarin uitdrukkelijk wordt bepaald dat deze schenkingen niet in enige gemeenschap van goederen vallen.
4. Het hof is voorts van oordeel dat de schenkingen aan de zuster van de curatrice - binnen het kader van haar onderbewindstelling - dienen te strekken tot gebruik in haar dagelijks leven en niet voor vermogensvorming. Derhalve zal het hof tevens aan toewijzing van het primaire verzoek van de curatrice de voorwaarde verbinden dat de schenkingen aan haar zuster primair door de bewindvoerder van de zuster, zijnde de Stichting de Rotonde, dienen te worden aangewend voor verbruik en vertering, voor zover noodzakelijk voor een levensstandaard passend bij de omstandigheden waarin zij verkeert. Deze voorwaarde dient eveneens in voornoemde notariële akte te worden opgenomen.
5. Uit dit alles volgt dat het hof de bestreden beschikking zal vernietigen en het primaire verzoek van de curatrice in hoger beroep onder de voorwaarden, zoals genoemd in de rechtsoverwegingen 3 en 4, zal toewijzen.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
vernietigt de bestreden beschikking, en opnieuw beschikkende:
machtigt de curatrice tot het doen van uitkeringen als in rechtsoverweging 1 genoemd, onder de voorwaarden zoals in rechtsoverweging 3 en 4 bepaald;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Van den Wildenberg, Gerretsen-Visser en Punselie, bijgestaan door mr. Groenleer als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 november 2003.