ECLI:NL:GHSGR:2003:AN9380
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- mr. Tijnagel
- mr. Postema
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening wegens ontbreken spoedeisend belang
Op 2 december 2003 heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening, ingediend door verzoeker X tegen verweerder, de voorzitter van het managementteam van de regio P van de Belastingdienst. Het verzoek volgde op een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen voor het jaar 1998, die op 14 december 2001 aan verzoeker was opgelegd. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat verweerder geen uitspraak op bezwaar had gedaan. Verzoeker stelde dat er een overeenkomst was over het belastbare inkomen en dat hij recht had op teruggave van een bedrag aan inkomstenbelasting.
De voorzieningenrechter overwoog dat, volgens artikel 8:83 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), hij zonder zitting kon beslissen als het verzoek kennelijk ongegrond was. Verweerder had aangevoerd dat er geen spoedeisend belang was, omdat er geen invorderingsmaatregelen waren getroffen en de teruggave zou worden verrekend met een openstaande schuld. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoeker niet had aangetoond dat er een onevenredig nadeel zou ontstaan, en dat het verzoek om voorlopige voorziening niet kon worden toegewezen.
De voorzieningenrechter wees het verzoek af en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken, met mr. Tijnagel als voorzieningenrechter en mr. Postema als waarnemend griffier.