ECLI:NL:GHSGR:2003:AN9438
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Oosterhof
- A. Aler
- J. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in drugssmokkelzaak door gebrek aan bewijs en schending van ondervragingsrecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 3 december 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam. De verdachte was beschuldigd van betrokkenheid bij de smokkel van 106,5 kg cocaïne, die op 2 juli 2000 te Rotterdam werd aangetroffen in tassen aan boord van het motorschip Dilza, afkomstig uit Kaapverdië. De advocaat-generaal presenteerde een overzicht van bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van medeverdachten en getuigen. Echter, de verdediging kon geen gebruik maken van haar recht om de belastende getuige te ondervragen, wat in strijd is met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het hof concludeerde dat de verdediging niet in staat was om de getuige te ondervragen, wat essentieel was voor een eerlijke rechtsgang. De getuige had zich beroepen op zijn recht om niet te getuigen, en de Nederlandse autoriteiten konden geen adequate ondervraging waarborgen. Dit leidde tot de conclusie dat de verklaringen van de getuige niet betrouwbaar waren en dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten.