ECLI:NL:GHSGR:2003:AN9885
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Savelbergh
- M. de Fouw
- Rechtspraak.nl
Parkeerbelasting en de definitie van onmiddellijk laden van zaken
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 18 november 2003, ging het om een beroep van belanghebbende tegen een naheffingsaanslag voor parkeerbelasting. De mondelinge behandeling vond plaats op 4 november 2003, waarbij belanghebbende en een vertegenwoordiger van de Inspecteur aanwezig waren. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 26 juli 2002, toen de auto van belanghebbende geparkeerd stond op een door parkeerapparatuur gereguleerde parkeerplaats in gemeente P. Tijdens een controle werd vastgesteld dat er geen parkeerkaartje achter de voorruit van de auto aanwezig was, wat leidde tot de naheffingsaanslag van € 39, bestaande uit € 0,50 parkeerbelasting en € 38,50 aan kosten van de naheffingsaanslag.
Belanghebbende voerde aan dat hij de auto slechts kort had geparkeerd om enkele vooraf bestelde boodschappen op te halen, en dat hij slecht ter been was. Hij had geprobeerd om de parkeerbelasting te voldoen, maar de parkeerautomaat accepteerde zijn contante betaling van € 0,35 niet. De Inspecteur betwistte deze claim en stelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, aangezien de parkeerautomaat een minimumtarief vereiste.
Het Hof oordeelde dat het ophalen en afrekenen van boodschappen niet kan worden aangemerkt als 'onmiddellijk laden van zaken' in de zin van de relevante verordening. Het Hof benadrukte dat parkeerders zich vooraf moeten informeren over de lokale parkeervoorschriften en dat het niet naleven daarvan voor rekening van de parkeerder komt. Het Hof concludeerde dat belanghebbende geen feiten had aangetoond die zijn standpunt ondersteunden, en verklaarde het beroep ongegrond. Er werden geen proceskosten toegewezen, aangezien het Hof geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten.