ECLI:NL:GHSGR:2003:AO0548

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
29 oktober 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
03/0081
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. Vierhout
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afvalstoffen van onderneming zijn geen huishoudelijke afvalstoffen

Op 29 oktober 2003 heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een zaak betreffende de aanslag in de reinigingsrechten voor het jaar 2002, opgelegd aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] B.V. De zaak werd behandeld in het kader van een beroep tegen de beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Goedereede. De mondelinge behandeling vond plaats op 15 oktober 2003, waarbij de Inspecteur werd vertegenwoordigd door mevrouw [A] en [B]. De belanghebbende was uitgenodigd om te verschijnen, maar de uitspraak werd gedaan zonder dat de belanghebbende aanwezig was.

De kern van het geschil was of de opgelegde aanslag terecht was. De belanghebbende stelde dat de afvalstoffen die op haar adres ontstonden, als huishoudelijke afvalstoffen moesten worden aangemerkt. Het Hof oordeelde echter dat de afvalstoffen die door de onderneming werden geproduceerd, geen huishoudelijke afvalstoffen waren in de zin van de toepasselijke Verordening en de Wet milieubeheer. Dit oordeel was gebaseerd op het feit dat de afvalstoffen niet afkomstig waren van een particulier huishouden, maar van een onderneming.

Het Hof benadrukte dat reinigingsrechten een retributief karakter hebben en alleen geheven kunnen worden indien er sprake is van genot van door de gemeente verstrekte diensten met betrekking tot het afvoeren van afvalstoffen. De belanghebbende had erkend dat afvalstoffen gedeeltelijk bij haar directeur aan het belendende perceel in een mini-container werden gedeponeerd en dat oud papier op inzamelpunten werd aangeboden. Het Hof concludeerde dat de belanghebbende gebruik maakte van de diensten van de gemeente voor de afvoer en verwerking van de afvalstoffen, ongeacht het feit dat haar geen container ter beschikking was gesteld.

Uiteindelijk verklaarde het Gerechtshof het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd vastgesteld door mr. M. Vierhout en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier Antonis.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE 's-GRAVENHAGE
vierde enkelvoudige belastingkamer
29 oktober 2003
nummer BK-03/00081
PROCES-VERBAAL
van de mondelinge uitspraak op het beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] B.V. (h.o.d.n. [X]) te [Z] tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Goedereede (hierna: de Inspecteur) op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de aan haar opgelegde aanslag in de reinigingsrechten dezer gemeente voor het jaar 2002.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Gerechtshof van 15 oktober 2003, gehouden te Den Haag. Aldaar zijn verschenen mevrouw [A] en [B] namens de Inspecteur. Belanghebbende is door de griffier bij aangetekende brief met ontvangstbevestiging, verzonden op 2 september 2003, onder vermelding van plaats en tijdstip uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Blijkens een van TPG Post op 5 septem-ber 2003 ontvangen retourkaart is die brief op 3 september 2003 aan de directeur van belanghebbende uitgereikt.
Beslissing
Het Gerechtshof verklaart het beroep ongegrond.
Gronden
1. Belanghebbende dreef in 2002 op het adres [A-straat 1 te Z] een onderneming. Aan belanghebbende is een aanslag in de reinigingsrechten voor het jaar 2002 opgelegd.
2. In geschil is of de aanslag terecht is opgelegd. Niet in geschil is dat op genoemd adres ten behoeve van belanghebbende veelal twee personen werkzaam zijn en dat daar, zij het in geringe mate, afvalstoffen ontstaan.
3. Anders dan belanghebbende van mening is, zijn de afval-stoffen die op genoemd adres ontstaan geen huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in de toepasselijke Verordening en de Wet milieubeheer, omdat het geen afvalstoffen van een particulier huishouden zijn. Daaraan doet niet af dat de bij belanghebbende ontstane afvalstoffen ook, en wellicht zelfs in grotere mate bij particuliere huishoudens ontstaan.
4. Anders dan bij de afvalstoffenbelasting die de gemeente van particuliere huishoudens heft, hebben reinigingsrechten een retributief karakter. Zij kunnen slechts worden geheven indien sprake is van genot van door of van gemeentewege verstrekte diensten met betrekking tot het afvoeren van afvalstoffen (genotsretributie) dan wel van gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of onderhoud zijn (gebruiksretri-butie). In het onderhavige geval heeft belanghebbende erkend dat de afvalstoffen (gedeeltelijk) bij haar directeur aan het belendende perceel in de mini-container worden gedeponeerd en dat oud papier op inzamelpunten wordt aangeboden. De Inspecteur heeft aannemelijk gemaakt dat ten behoeve van de verdere afvoer en verwerking van die afvalstoffen belanghebbende van de diensten van de gemeente gebruik maakt. Daaraan doet niet af dat haar geen container ter beschikking is gesteld.
5. De enkele omstandigheid dat belanghebbende reeds vijf jaar op genoemd adres gevestigd is en al die tijd geen aanslag heeft ontvangen en nimmer de beschikking heeft gehad over een
container, kan er niet toe leiden dat op grond van het vertrouwensbeginsel een juiste wetstoepassing achterwege moet blijven ten gevolge waarvan de aanslag moet worden verminderd of vernietigd. Er zijn overigens geen feiten en omstandigheden gesteld die een beroep op een in rechte te beschermen vertrouwen rechtvaardigen.
6. Het beroep is ongegrond.
7. Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
Deze uitspraak is vastgesteld op 29 oktober 2003 door mr. Vierhout en op dezelfde datum in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Antonis.
(Antonis)
(Vierhout)
aangetekend aan
partijen verzonden:
Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke uitspraak. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt, is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.