ECLI:NL:GHSGR:2003:AO0549
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Vierhout
- Rechtspraak.nl
Onjuiste kwalificatie bijgebouwen bij woning leidt niet tot lagere WOZ-waarde
Op 29 oktober 2003 heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage uitspraak gedaan in de zaak van belanghebbende tegen de gemeente Vlist, vertegenwoordigd door de Inspecteur. Het geschil betreft de waardering van een onroerende zaak, een woonboerderij met bijgebouwen, op de waardepeildatum van 1 januari 1999. De Inspecteur had de waarde vastgesteld op ƒ 1.261.022 (€ 572.227), terwijl belanghebbende een lagere waarde van ƒ 943.038 (€ 427.932) bepleitte. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 oktober 2003 werd duidelijk dat de bijgebouwen onjuist waren gekwalificeerd door de gemeente, maar het Hof oordeelde dat dit niet leidde tot een lagere WOZ-waarde. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond en veroordeelde de gemeente Vlist tot vergoeding van de proceskosten van € 150 en het griffierecht van € 29 aan belanghebbende.
Het Hof overwoog dat de waarde van de onroerende zaak moet worden vastgesteld op basis van de prijs die bij verkoop zou worden gerealiseerd, rekening houdend met de staat van de woning en de bijgebouwen. De Inspecteur had een taxatierapport overgelegd, maar het Hof vond dat de bijgebouwen niet op de juiste wijze waren gewaardeerd. Desondanks concludeerde het Hof dat de uiteindelijke waarde niet te hoog was vastgesteld. De uitspraak benadrukt dat de gemeente verantwoordelijk is voor de kosten en dat belanghebbende geen schade heeft geleden, waardoor er geen recht op schadevergoeding bestaat.
De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde datum en ondertekend door mr. J. Vierhout en de waarnemend griffier Antonis. Belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen vier weken na de uitspraak een schriftelijke vervangende uitspraak te verzoeken, maar kan geen cassatie instellen tegen deze mondelinge uitspraak.