ECLI:NL:GHSGR:2003:AO1238
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. In 't Velt-Meijer
- A. de Wild
- C. Beyer-Lazonder
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van CAO's en ministeriële beschikking op uitzendbedrijf in agrarische sector
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 7 november 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of een agrarisch loonbedrijf, dat personeel ter beschikking stelt aan bedrijven in de glastuinbouw, onder de werkingssfeer van bepaalde collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO's) en een ministeriële beschikking valt. Het loonbedrijf, appellante in deze zaak, vorderde een verklaring voor recht dat zij niet onder de werkingssfeer van de genoemde CAO's en de beschikking valt, en eiste terugbetaling van premies die zij had betaald aan de betrokken stichtingen. De geïntimeerden, verschillende stichtingen die premies van het loonbedrijf hadden geïnd, stelden dat het loonbedrijf wel onder de werkingssfeer viel.
Het hof overwoog dat de vraag of het loonbedrijf onder de CAO's valt, beantwoord moet worden aan de hand van de werkingssfeerbepalingen van die CAO's. Het hof concludeerde dat het loonbedrijf, dat zich bezighoudt met het ter beschikking stellen van personeel, niet kan worden aangemerkt als 'werkgever' in de zin van de CAO's, omdat het niet zelf de werkzaamheden verricht die onder de CAO's vallen. Het hof oordeelde dat de betrokkenheid van het loonbedrijf bij de verrichte arbeid te gering is om te spreken van 'het doen verrichten van arbeid' in een onderneming die onder de CAO's valt.
Daarnaast oordeelde het hof dat de Beschikking BPL, die deelname aan een bedrijfspensioenfonds verplicht stelt voor werknemers in de agrarische sector, niet van toepassing is op het loonbedrijf. Het hof stelde vast dat de werknemers van het loonbedrijf niet onder de werkingssfeer van de Beschikking BPL vallen, omdat het loonbedrijf niet de werkzaamheden verricht die in de beschikking zijn omschreven. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en verklaarde voor recht dat het loonbedrijf niet onder de werkingssfeer van de CAO's en de Beschikking BPL valt, en veroordeelde de geïntimeerden tot terugbetaling van de door het loonbedrijf betaalde premies.