ECLI:NL:GHSGR:2004:AO5994
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Pannekoek-Dubois
- A. Verbeek
- J. Punselie
- Rechtspraak.nl
De ontvankelijkheid van een minderjarige in hoger beroep zonder wettelijke vertegenwoordiger
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 17 maart 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de ontvankelijkheid van een minderjarige, hierna te noemen [belanghebbende], die zelfstandig procedeerde zonder vertegenwoordiging door een wettelijk vertegenwoordiger of bijzondere curator. De vader van [belanghebbende] had ook hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter in de rechtbank te Rotterdam, waarin de ondertoezichtstelling van [belanghebbende] was verlengd. Zowel de vader als de minderjarige streefden naar opheffing van deze ondertoezichtstelling, wat leidde tot de vraag of de minderjarige zelfstandig kon procederen.
Het hof overwoog dat volgens de Nederlandse wetgeving een minderjarige niet het recht heeft om zelfstandig hoger beroep aan te tekenen. Dit recht ligt bij de ouder die het gezag uitoefent, en in geval van tegenstrijdige belangen kan een curator worden benoemd. In dit geval was er geen sprake van tegenstrijdige belangen, aangezien zowel de vader als [belanghebbende] hetzelfde doel nastreefden. De vader, als wettelijke vertegenwoordiger, had het hoger beroep ingesteld, waardoor de belangen van [belanghebbende] gewaarborgd waren.
Op basis van deze overwegingen concludeerde het hof dat [belanghebbende] niet ontvankelijk verklaard diende te worden in zijn hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van wettelijke vertegenwoordiging voor minderjarigen in juridische procedures en bevestigt dat de belangen van minderjarigen door hun ouders kunnen worden behartigd, mits er geen tegenstrijdige belangen zijn.
De beschikking werd gegeven door de rechters M. Pannekoek-Dubois, A. Verbeek en J. Punselie, en de uitspraak werd gedaan ter openbare terechtzitting op 17 maart 2004.