ECLI:NL:GHSGR:2004:AO9505
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Savelbergh
- A. de Fouw
- Rechtspraak.nl
Aftrek ter voorkoming van dubbele belasting in het kader van werkzaamheden in Noorwegen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 22 april 2004 uitspraak gedaan over de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor een belanghebbende die als zelfstandige werkzaam was in Noorwegen. De belanghebbende, een ingenieur, had van 1 oktober 1998 tot 4 november 1998 werkzaamheden verricht voor een Noorse staatsoliemaatschappij. Hij had in die periode negentien dagen op een baggerschip gewerkt en zeven dagen aan de wal, waarvan één dag in Nederland. De belanghebbende had een factuur gestuurd voor zijn werkzaamheden, maar de Inspecteur verleende geen aftrek voor de inkomsten die hij als zelfstandige had genoten over deze periode.
De kern van het geschil was of de belanghebbende recht had op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting en of de nabetaling van zijn loon in het onderhavige jaar in aanmerking moest worden genomen. Het Hof oordeelde dat de inkomsten slechts in Nederland belastbaar waren, op basis van artikel 14 van het Verdrag tussen Nederland en Noorwegen. Dit artikel bepaalt dat voordelen verkregen door een persoon die inwoner is van een van de Staten, in de uitoefening van een vrij beroep, slechts in die Staat belastbaar zijn, tenzij er sprake is van een vast middelpunt in de andere Staat.
Het Hof concludeerde dat de belanghebbende niet voldeed aan de voorwaarden voor het hebben van een vast middelpunt in Noorwegen, aangezien hij niet meer dan 30 dagen in het tijdvak van 12 maanden buitengaats werkzaamheden had verricht. De nabetaling die de belanghebbende in het jaar 2000 ontving, werd niet als vorderbaar en inbaar beschouwd in het onderhavige jaar, omdat deze afhankelijk was van de uiteindelijke belastingaanslag door de Noorse autoriteiten. Het Hof verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding af.