ECLI:NL:GHSGR:2004:AP0514
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Stille
- A. van Nievelt
- C. Pannekoek-Dubois
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen echtscheidingsbeschikking met betrekking tot ontvankelijkheid van verzoeker
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een echtscheidingsbeschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft op 12 december 2003 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank van 8 oktober 2003. De vrouw, verweerster in hoger beroep, heeft op 27 januari 2004 een verweerschrift ingediend en op 3 februari 2004 een aanvullend verweerschrift. De zaak is op 14 april 2004 mondeling behandeld, waarbij beide partijen aanwezig waren, bijgestaan door hun respectieve advocaten en een tolk. De man heeft aangevoerd dat de echtscheiding nietig is, omdat hij eerder een verzoek tot echtscheiding had ingediend bij de rechtbank te Alkmaar, dat inmiddels was ingeschreven in de registers van de Burgerlijke Stand.
De rechtbank te 's-Gravenhage had in haar beschikking de echtscheiding uitgesproken en alimentatie voor de vrouw en de kinderen vastgesteld. Echter, de rechtbank te Alkmaar had op 23 oktober 2003 ook de echtscheiding uitgesproken zonder alimentatie. Het hof overweegt dat de echtscheiding door de inschrijving van de beschikking van de rechtbank te Alkmaar een feit is geworden, waardoor de vrouw geen belang meer heeft bij haar inleidend verzoek. Het hof verklaart de vrouw niet-ontvankelijk in haar verzoek tot echtscheiding en vernietigt de bestreden beschikking.
De beslissing van het hof is genomen op 12 mei 2004, waarbij de rechters de zaak hebben beoordeeld op basis van de ingediende stukken en het verhandelde ter zitting. De uitspraak benadrukt het belang van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking en de gevolgen daarvan voor de ontvankelijkheid van verzoeken in hoger beroep.