ECLI:NL:GHSGR:2004:AP4716
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. van Lingen
- T. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Winst uit onderneming en verlies auto tijdens privérit niet ten laste van bedrijfsvermogen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 4 mei 2004, ging het om een beroep van een belanghebbende tegen de uitspraak van de Inspecteur inzake de aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2001. De belanghebbende, die samen met zijn echtgenote een autorijschool exploiteert, had op 5 mei 2001 een ongeval met een lesauto, waarbij de auto total loss raakte. Belanghebbende was op het moment van het ongeval onder invloed van alcohol, wat leidde tot een veroordeling door de politierechter. De vraag die voorlag was of het verlies van de auto, dat € 6.450 bedroeg, als verliespost in de winst uit onderneming kon worden meegenomen.
Het Gerechtshof oordeelde dat het ongeval had plaatsgevonden tijdens een privérit, wat door de belanghebbende niet werd weersproken. Het Hof stelde vast dat de schade aan de auto, die tijdens privégebruik was ontstaan, niet ten laste van het bedrijfsvermogen mocht komen, maar moest worden aangemerkt als een privéverlies. Dit volgde uit de jurisprudentie dat schade door persoonlijk gebruik van een bedrijfsmiddel voor rekening van het privévermogen komt.
De uitspraak van het Hof was dat het beroep gegrond werd verklaard, de aanslag werd verminderd tot een verzamelinkomen van € 24.254, en de Inspecteur werd veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende. Tevens werd de Staat der Nederlanden gelast het griffierecht van € 31 te vergoeden. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken, en partijen kregen de mogelijkheid om binnen vier weken een schriftelijke uitspraak aan te vragen.