ECLI:NL:GHSGR:2004:AP8935
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep kort geding
- M. In 't Velt-Meijer
- A. Schuering
- H. Husson
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over arbeidsongeschiktheid en passend werk
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 23 april 2004 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding tussen Flexmen Vleesverwerkers B.V. en een voormalige werknemer, hierna te noemen [geintimeerde]. De werknemer was sinds 8 september 2000 arbeidsongeschikt en had vanaf maart 2001 als chauffeur bij een inlenend bedrijf gewerkt. Flexmen weigerde echter om de werknemer passend werk aan te bieden, wat leidde tot een rechtszaak. De rechtbank had de vorderingen van de werknemer gedeeltelijk toegewezen, maar Flexmen ging in hoger beroep.
Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals die door de rechtbank waren vastgesteld en heeft de vorderingen van de werknemer beoordeeld. De werknemer vorderde onder andere doorbetaling van zijn loon en dat Flexmen hem zou toelaten tot passende werkzaamheden. Het hof oordeelde dat Flexmen niet in gebreke was gebleven, omdat er onvoldoende bewijs was dat er ander passend werk beschikbaar was binnen het bedrijf. Het hof concludeerde dat de werknemer niet had aangetoond dat hij recht had op doorbetaling van zijn salaris, omdat hij geen functies had aangedragen die hij zou kunnen vervullen.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vorderingen van de werknemer afgewezen. De proceskosten werden aan de zijde van Flexmen toegewezen. Dit arrest benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers bij het aanbieden van passend werk aan arbeidsongeschikte werknemers en de noodzaak voor werknemers om hun vorderingen goed te onderbouwen.