ECLI:NL:GHSGR:2004:AP8954

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
16 april 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
03/800 KA
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. In ’t Velt-Meijer
  • B. Beyer-Lazonder
  • H. Husson
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en invloed van huursubsidie op huurachterstand

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 16 april 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst tussen [appellante] en Stichting HAAGWONEN. De zaak is ontstaan na een huurachterstand van [appellante], die op 24 maart 2003 € 627,96 bedroeg. Haagwonen had de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde gevorderd, omdat [appellante] haar betalingsverplichtingen niet nakwam. De rechtbank te 's-Gravenhage had deze vorderingen toegewezen, maar [appellante] ging in hoger beroep.

In hoger beroep heeft [appellante] betoogd dat er ten tijde van de dagvaarding geen twee maanden huurachterstand bestond en dat de hoogte van de huurachterstand de ontbinding van de huurovereenkomst niet rechtvaardigde. Het hof heeft de argumenten van Haagwonen verworpen en geoordeeld dat bij de beoordeling van de huurachterstand rekening moet worden gehouden met de huurprijs die [appellante] verschuldigd is, zonder de huursubsidie in aanmerking te nemen. Het hof concludeerde dat de huurachterstand van € 627,96 bij een maandhuur van € 421,71 niet voldoende was om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd voor zover het de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde betrof. De vorderingen van Haagwonen zijn afgewezen en Haagwonen is veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. Dit arrest is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, waarbij de rechters de beslissing hebben genomen op basis van de ingediende stukken en de argumenten van beide partijen.

Uitspraak

Uitspraak: 16 april 2004
Rolnummers: 03/800 KA
Zaaknummer rechtbank: 328515/03-5663
HET GERECHTSHOF TE ‘S-GRAVENHAGE, negende civiele kamer, heeft het volgende arrest gewezen in de zaak van
[Appellante],
wonende te [woonplaats],
appellante,
hierna te noemen: [appellante],
procureur: mr. M. de Boorder,
tegen
Stichting HAAGWONEN,
gevestigd te ‘s-Gravenhage,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Haagwonen,
procureur: mr. A.M.M. van der Valk,
Het geding
Bij exploot van 6 juni 2003 is [appellante] in hoger beroep gekomen van het door de rechtbank te ’s-Gravenhage, sector kanton, locatie ’s-Gravenhage, tussen partijen gewezen vonnis, uitgesproken op 2 april 2003. [appellante] heeft daarin één grief opgeworpen die zij bij conclusie van eis heeft herhaald en die door Haagwonen bij memorie van antwoord (met producties) is bestreden. Daarop heeft [appellante] een akte (met producties) genomen. Ten slotte hebben partijen de stukken overgelegd en arrest gevraagd.
Beoordeling van het hoger beroep
1. Het gaat in deze zaak om het volgende.
1.1 Haagwonen heeft aan [appellante] verhuurd de woonruimte aan de
[adres en woonplaats].
1.2 [appellante] heeft een huurachterstand doen ontstaan. Op 24 maart 2003 bedroeg de huurachterstand € 627,96.
2. Haagwonen heeft in eerste aanleg, op de grond dat [appellante] haar betalingsverplichtingen uit de huurovereenkomst niet nakomt, onder meer gevorderd ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. De rechtbank heeft deze vorderingen van Haagwonen toegewezen.
3. [appellante] vordert in hoger beroep het vonnis van 2 april 2003 te vernietigen voor zover daarbij de huurovereenkomst is ontbonden en de ontruiming van het gehuurde is toegewezen, met bekrachtiging van het resterende gedeelte van het vonnis en met veroordeling van Haagwonen in de kosten van het hoger beroep.
4. Met haar grief betoogt [appellante] dat er ten tijde van de dagvaarding geen twee maanden huurachterstand bestond en de hoogte van de huurachterstand daarom niet de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde rechtvaardigt. Zij voert bij memorie van grieven aan dat de maandelijks te betalen huur € 449,58 bedraagt. Bij akte geeft zij aan dat de huur in maart 2003 € 421,71 per maand bedroeg. Haagwonen heeft hier niet meer op gereageerd.
Haagwonen voert aan dat de betalingsverplichting van [appellante] per
1 januari 2003 € 209,32 bedraagt, omdat het resterende gedeelte van de maandelijkse verschuldigde huur in de vorm van huursubsidie bij Haagwonen binnenkomt en stelt zich op het standpunt dat, nu [appellante] ten tijde van de dagvaarding met haar eigen betalingsverplichting drie maanden achterliep, ontbinding en ontruiming gerechtvaardigd is.
5. Het hof verwerpt het standpunt van Haagwonen. Voor de beoordeling van de vraag of de huurachterstand een zodanig ernstige wanprestatie oplevert dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde rechtvaardigt, moet naar het oordeel van het hof rekening worden gehouden met de huurprijs, die [appellante] aan Haagwonen verschuldigd is zonder acht te slaan op de huursubsidie, die [appellante] toekomt en die rechtstreeks aan Haagwonen wordt betaald. Naar het oordeel van het hof rechtvaardigt een huurachterstand van € 627,96 bij een huurprijs van € 421,71 per maand niet de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde.
6. Nu de grief slaagt, zal het hof het vonnis waarvan beroep vernietigen voor zover daarbij de huurovereenkomst tussen partijen is ontbonden en [appellante] is veroordeeld om het gehuurde te verlaten en te ontruimen. Het hof zal de daartoe strekkende vorderingen van Haagwonen alsnog afwijzen en Haagwonen veroordelen in de kosten van het hoger beroep.
Beslissing
Het hof:
- vernietigt het vonnis van de rechtbank te ’s-Gravenhage, sector kanton, locatie ’s-Gravenhage, van 2 april 2003 tussen partijen gewezen, voor zover daarbij 1. de huurovereenkomst tussen partijen is ontbonden, 2. [appellante] is veroordeeld om het gehuurde te verlaten en te ontruimen en 3. Haagwonen is gemachtigd om, indien [appellante] met die ontruiming in gebreke mocht blijven, deze op kosten van [appellante] te bewerkstelligen door een deurwaarder, zonodig met behulp van de politie of de gewapende macht,
en in zoverre opnieuw rechtdoende
- wijst af de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst tussen partijen;
- wijst af de vordering tot veroordeling van [appellante] om het gehuurde te verlaten en te ontruimen;
- wijst af de vordering tot machtiging van Haagwonen om, indien [appellante] met de ontruiming in gebreke mocht blijven, deze op kosten van [appellante] te bewerkstelligen door een deurwaarder, zonodig met behulp van de politie of de gewapende macht;
- bekrachtigt het vonnis voor het overige;
- veroordeelt Haagwonen in de kosten van het hoger beroep, tot op deze uitspraak aan de zijde van [appellante] bepaald op € 205,- aan vastrecht, op € 81,16 aan verschotten en op € 771,- voor salaris procureur, welke bedragen op de voet van artikel 243 Rv dienen te worden voldaan aan de griffier van dit hof;
- verklaart bovenstaande kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. In ’t Velt-Meijer, Beyer-Lazonder en Husson en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 april 2004 in bijzijn van de griffier.