ECLI:NL:GHSGR:2004:AP9387
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- L.F.A. Husson
- M. In 't Velt-Meijer
- A. Schuering
- Rechtspraak.nl
Deskundigenverklaring en bewijs arbeidsgeschiktheid in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 7 mei 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep over de arbeidsgeschiktheid van de geïntimeerde, die in dienst was bij de appellante. De appellante, vertegenwoordigd door procureur mr. W.J.F. Knoeff, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank te 's-Gravenhage, waarin de rechtbank de vorderingen van de geïntimeerde had toegewezen. De zaak draait om de toepassing van artikel 7:629a BW, dat betrekking heeft op de deskundigenverklaring en de bewijsvoering van arbeidsongeschiktheid.
De geïntimeerde was sinds 9 december 1991 in dienst bij de appellante als productiemedewerker en had zich op 2 maart 2001 ziek gemeld. De appellante betwistte de arbeidsongeschiktheid van de geïntimeerde en voerde aan dat de rechtbank artikel 7:629a BW niet correct had toegepast. Het hof oordeelde dat de appellante ten onrechte stelde dat de geïntimeerde gehouden was om een second opinion over te leggen die zijn arbeidsongeschiktheid zou bevestigen. Het hof concludeerde dat de deskundigenverklaring die door de geïntimeerde was overgelegd, voldoende was om zijn arbeidsongeschiktheid aan te tonen.
De appellante voerde verder aan dat de rechtbank ten onrechte het oordeel van de deskundige had overgenomen, maar het hof oordeelde dat de deskundige, J.C. Streng, voldoende informatie had verzameld en dat zijn conclusies gerechtvaardigd waren. Het hof wees erop dat de rapportages van de deskundigen in onderling verband en samenhang moesten worden bezien en dat de geïntimeerde in de periode van 1 april 2001 tot 1 februari 2002 arbeidsongeschikt was. Het hof liet de appellante toe bewijs te leveren van haar stelling dat de geïntimeerde arbeidsgeschikt was, maar oordeelde dat de bewijsvoering van de geïntimeerde voorshands was bewezen.
De beslissing van het hof was dat de appellante bewijs moest leveren van haar stelling, en dat getuigenverhoren zouden plaatsvinden in het Paleis van Justitie. Het arrest is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en de betrokken rechters.