ECLI:NL:GHSGR:2004:AR3462
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Stille
- A. Labohm
- H. Ydema
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid en gezagsverhouding in een internationaal familierechtelijk geschil
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage, betreft het een hoger beroep inzake het gezag over een minderjarig kind, waarbij de ouders in Turkije zijn hertrouwd. Het hof stelt vast dat het kind zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft, waardoor het hof bevoegd is om te oordelen. De gezagsverhouding wordt bepaald door het Turkse recht, maar bij de beoordeling van het gezag past het hof Nederlands recht toe. Na de echtscheiding behouden ouders gezamenlijk het gezag, tenzij anders verzocht in het belang van het kind. De man, verzoeker in hoger beroep, stelt dat het gezag bij beide ouders moet blijven, terwijl de vrouw, verweerster, aanvoert dat het kind liever bij haar verblijft en dat de man eerder heeft aangegeven het gezag niet te willen doordrukken als het kind dat niet wenst. Het hof concludeert dat er geen feiten zijn die nopen tot het toekennen van het gezag aan één van de ouders. De beschikking van de rechtbank wordt vernietigd, en het verzoek van de vrouw om alleen met het gezag belast te worden, wordt afgewezen. De man wordt niet ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om het gezag te handhaven, en het hof wijst het meer of anders verzochte af.