ECLI:NL:GHSGR:2004:AR6179
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Vonk
- Rechtspraak.nl
Oordeel over onroerende-zaakbelastingen en feitelijk gebruik van een pand in renovatie voor verhuur
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 8 september 2004 uitspraak gedaan in het beroep van X te Z tegen de uitspraak van de Inspecteur van de gemeente Den Haag. Het geschil betreft de onroerende-zaakbelastingen voor het jaar 2002, waarbij de belanghebbende bezwaar had gemaakt tegen de aan hem opgelegde aanslag. De mondelinge behandeling vond plaats op 25 augustus 2004, waar beide partijen aanwezig waren.
De kern van de zaak draait om de vraag of de belanghebbende het pand aan de a-straat 1 te Z op 1 januari 2002 gebruikte in de zin van de relevante wetgeving. De belanghebbende, eigenaar sinds 15 november 2000, had het pand in bewoonde staat aangekocht met de intentie het te verhuren. Na het vertrek van de vorige bewoner op 19 december 2001, werd het pand gerenoveerd, en deze renovatie was op 1 januari 2003 nog niet voltooid. De huurovereenkomst werd pas in februari 2003 gesloten, met een ingangsdatum van 14 maart 2003.
Het Hof concludeert dat het pand op 1 januari 2002 werd aangehouden voor renovatie en niet werd gebruikt voor eigen behoeften, zoals de Inspecteur had gesteld. Daarom werd het beroep gegrond verklaard, en de aanslag werd vernietigd. Tevens werd de gemeente Den Haag gelast het griffierecht van E. 31 aan de belanghebbende te vergoeden. Het Hof oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien er geen kosten waren gemaakt door de belanghebbende. De uitspraak is vastgesteld door mr. Vonk en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.