ECLI:NL:GHSGR:2005:AS2243

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
12 januari 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R04/188
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. van Gemert
  • J.M. Wigman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake echtscheiding en nevenvoorzieningen

In deze zaak gaat het om een hoger beroep ingesteld door de vrouw tegen de beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage van 24 november 2003, waarbij de echtscheiding tussen partijen werd uitgesproken. De partijen waren gehuwd op een datum in Marokko. De vrouw heeft uitsluitend hoger beroep ingesteld voor zover het betreft de nevenvoorzieningen, waaronder de verdeling van de huwelijksgemeenschap. De termijn om ook tegen de echtscheiding in hoger beroep te gaan, is op 24 februari 2004 verstreken. Volgens artikel 820 lid 4 van het nieuwe echtscheidingsrecht is incidenteel appel tegen de echtscheiding niet mogelijk, waardoor de beschikking met betrekking tot de echtscheiding in kracht van gewijsde is gegaan. Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft op 12 januari 2005 uitspraak gedaan in deze zaak. De griffier heeft de akte van berusting van de man, die berust in de beschikking voor zover het de echtscheiding betreft, genoteerd. De zaak betreft dus de nevenvoorzieningen en de verdeling van de huwelijksgemeenschap, maar niet de echtscheiding zelf, die definitief is geworden. De uitspraak benadrukt de gevolgen van het nieuwe echtscheidingsrecht en de mogelijkheden voor hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE 's-GRAVENHAGE
De Griffier van het Gerechtshof te 's-Gravenhage;
Gezien de akte van berusting, tevens verzoek tot in-schrij-ving van [verweerder], wonende te [woonplaats], d.d. 5 december 2003, waarbij hij verklaart te berusten in na te noemen beschikking, voorzover het de uitgesproken echtscheiding betreft.
Verklaart hierbij dat uit de te zijner griffie gehouden wor-dende registers blijkt, dat door [appellant], wonende te [woonplaats], hoger beroep is ingesteld (rekestnummer R04/188) van de beschikking van de Arrondisse-ments-recht-bank te ‘s-Gravenhage van 24 november 2003 in de zaak van:
[appellant],
de vrouw,
wonende te [woonplaats], doch verblijvende op een geheim adres,
procureur Mr. M. van Gemert,
T E G E N :
[verweerder],
de man,
wonende te [woonplaats],
procureur Mr. J.M. Wigman,
waarbij de echtscheiding tussen partijen, gehuwd op [datum] te [plaats] (Marokko), werd uitgesproken.
Verklaart dat door de vrouw uitsluitend hoger beroep is ingesteld voorzover het betreft de nevenvoorzieningen (o.a. verdeling huwelijksgemeenschap).
Dat op 24 februari 2004 de termijn is verstreken om ook tegen de echtscheiding in hoger beroep te gaan.
Dat volgens art. 820 lid 4 Rv. (Nieuw echtscheidingsrecht) incidenteel appel tegen de echtscheiding niet mogelijk is, zodat de beschikking, voorzover het de uitgesproken echtschei-ding betreft, in kracht van gewijsde is gegaan.
's-Gravenhage, woensdag 12 januari 2005,
de griffier voornoemd,