ECLI:NL:GHSGR:2005:AS2243
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van Gemert
- J.M. Wigman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake echtscheiding en nevenvoorzieningen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep ingesteld door de vrouw tegen de beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage van 24 november 2003, waarbij de echtscheiding tussen partijen werd uitgesproken. De partijen waren gehuwd op een datum in Marokko. De vrouw heeft uitsluitend hoger beroep ingesteld voor zover het betreft de nevenvoorzieningen, waaronder de verdeling van de huwelijksgemeenschap. De termijn om ook tegen de echtscheiding in hoger beroep te gaan, is op 24 februari 2004 verstreken. Volgens artikel 820 lid 4 van het nieuwe echtscheidingsrecht is incidenteel appel tegen de echtscheiding niet mogelijk, waardoor de beschikking met betrekking tot de echtscheiding in kracht van gewijsde is gegaan. Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft op 12 januari 2005 uitspraak gedaan in deze zaak. De griffier heeft de akte van berusting van de man, die berust in de beschikking voor zover het de echtscheiding betreft, genoteerd. De zaak betreft dus de nevenvoorzieningen en de verdeling van de huwelijksgemeenschap, maar niet de echtscheiding zelf, die definitief is geworden. De uitspraak benadrukt de gevolgen van het nieuwe echtscheidingsrecht en de mogelijkheden voor hoger beroep.